JuridischForum.be

Beste,

Art. 1495. Geen veroordelende beslissing kan worden ten uitvoer gelegd dan nadat zij aan de partij is betekend.
Onverminderd het bewarend beslag bedoeld in artikel 1414, kan de veroordeling tot betaling van een som geld, die het voorwerp is van een beslissing waartegen nog gewone rechtsmiddelen openstaan, niet worden ten uitvoer gelegd voor het verstrijken van een maand na de betekening van de beslissing, tenzij voorlopige tenuitvoerlegging daarvan is gelast.
Die bepalingen gelden op straffe van nietigheid van de daden van tenuitvoerlegging.

Wanneer een vonnis wordt betekend op 5 juli dan is de termijn om hoger beroep aan te tekenen normaal een maand, maar dit wordt verlengd door de gerechtelijke vakantie

Mijn vraag: wordt de termijn waarbinnen het uitvoerend beslag op de geldsom verboden is ook verlengd binnen de gerechtelijke vakantie? Of blijft deze gewoon 1 maand?

Alvast bedankt voor uw antwoord

Mvg

Art. 50 Ger.W.:
"De termijnen, op straffe van verval gesteld, mogen niet worden verkort of verlengd, zelfs met instemming van partijen, tenzij dat verval gedekt is onder de omstandigheden bij de wet bepaald.
Indien de termijn van hoger beroep of verzet voorzien in de artikelen 1048 en 1051 en 1253quater, c) en d)) binnen de gerechtelijke vakantie begint te lopen en ook verstrijkt, wordt hij verlengd tot de vijftiende dag van het nieuw gerechtelijk jaar."

Aangezien de verlenging van de termijn in art. 1495 Ger.W. niet is voorzien, lijkt dat niet mogelijk te zijn.

Je kan is een prejudiciële vraag stellen aan het Grondwettelijk Hof

Als je art. 1495 Ger. W. letterlijk neemt kan men tot tenuitvoerlegging overgaan één maand na de betekening en schorst de gerechtelijke vakantie deze termijn niet. Dit lijkt mij in te gaan tegen de ratio legis (de bedoeling) van art. 1495 Ger. W. , nl. de termijn om hoger beroep of verzet aan te tekenen afwachten en pas uitvoeren als het vonnis definitief is. Men heeft m.i. een valabel argument om dit voor de rechter te pleiten.

Dit zal echter in principe niet nodig zijn want:
Ger. W. Art. 1397. Behoudens de uitzonderingen die de wet bepaalt en onverminderd de regel van artikel 1414, schorsen verzet en hoger beroep tegen eindvonnissen daarvan de tenuitvoerlegging.

Dus als toch een tenuitvoerlegging wordt aangevat en men daarna verzet of hoger beroep aantekent is verdere tenuitvoerlegging niet mogelijk in afwachting van de uitsprak op verzet of in hoger beroep.

Als ik je redenering zou volgen, wil dit zeggen dat de rechter de termijn van 1 maand verlengt. Dat kan hij toch niet?
Ondertussen kan de uitvoering van het vonnis wel al zijn gebeurd...