uitbreiding incrementatieperiode OR-raadkamer-correctioneel
Geplaatst: 03 sep 2011 05:59
Slachtoffer stelt zich burgerlijke partij -BP- bij de onderzoeksrechter -OR- van een voortdurend misdrijf 432SW (parentale ontvoering)
Er volgt een vordering van het openbaar ministerie -OM- voor de moeder en deze wordt later veroordeeld tot 2 jaar cel.
Gelet de aard van het misdrijf komt de zaak terug bij de OR-raadkamer-correctionele rechtbank omdat het misdrijf blijft voortduren.
Nu moet ook over de grootouder worden beslist omdat ze geld heeft opgestuurd naar haar dochter (lees de dader van het misdrijf hierboven beschreven)
Het OM "mijn ambt vraagt een uitbreiding van de incrementatieperiode..." ter zitting aan de voorzitter van de correctionele rechtbank waarop de advocaat van de beklaagde argumenteerd "dat kan niet!" en voegt er aan toe "Als U nu had vervolgd dan wel." en verwijst naar wat de Raadkamer reeds heeft uitgesproken. het OM is van mening dat het om éénzelfde misdrijf gaat en de uitbreiding mogelijk zou kunnen zijn.
Wie kan helderheid brengen danwel rechtspraak brengen voor: zowel mocht het een aflopend misdrijf zijn of de zaak zoals hier beschreven?
En wat als de strafrechters ambsthalve aan de incrementatieperiode beginnen te sleutelen zowel naar voor, als ook naar achter (vb. moet de rechter rekening houden met de actuele stand van zaken/gevorderde periode)?
RR
Er volgt een vordering van het openbaar ministerie -OM- voor de moeder en deze wordt later veroordeeld tot 2 jaar cel.
Gelet de aard van het misdrijf komt de zaak terug bij de OR-raadkamer-correctionele rechtbank omdat het misdrijf blijft voortduren.
Nu moet ook over de grootouder worden beslist omdat ze geld heeft opgestuurd naar haar dochter (lees de dader van het misdrijf hierboven beschreven)
Het OM "mijn ambt vraagt een uitbreiding van de incrementatieperiode..." ter zitting aan de voorzitter van de correctionele rechtbank waarop de advocaat van de beklaagde argumenteerd "dat kan niet!" en voegt er aan toe "Als U nu had vervolgd dan wel." en verwijst naar wat de Raadkamer reeds heeft uitgesproken. het OM is van mening dat het om éénzelfde misdrijf gaat en de uitbreiding mogelijk zou kunnen zijn.
Wie kan helderheid brengen danwel rechtspraak brengen voor: zowel mocht het een aflopend misdrijf zijn of de zaak zoals hier beschreven?
En wat als de strafrechters ambsthalve aan de incrementatieperiode beginnen te sleutelen zowel naar voor, als ook naar achter (vb. moet de rechter rekening houden met de actuele stand van zaken/gevorderde periode)?
RR