2 zusters hebben elk de helft van de volle eigendom van een huis H ter waarde van 300000. Zus Z1 trouwt met M (man). Ze hebben 2 dochters D1 en D2. Zus Z2 verlaat het huis en gaat
op een appartement wonen die ze huurt. Z2 sluit een levenslang huurcontract af met de man M. M betaalt 200/md aan haar tot zij overlijdt.
De zus Z2 overlijdt en schenkt haar volle helft aan dochter D2.
Daarna overlijdt zus Z1 en schenkt Z1 het vruchtgebruik van haar helft aan haar man M, een derde van haar helft in blote eigendom aan haar man M, en haar 2 dochters D1 en D2 krijgen elk een derde van de blote eigendom van haar helft.
Op die manier is het huis verdeeld als volgt : D2 heeft de blote eigendom van 2/12 en de volle eigendom van 6/12 . D1 heeft de blote eigendom van 2/12 en M heeft de blote eigendom van 2/12 en het vruchtgebruik over 6/12.
Omdat M het huis nog verder wil bewonen en het vruchtgebruik heeft, wordt mondeling overeengekomen tussen M en D2 dat M per maand 225 euro zal betalen, en M ook alle kosten van herstelling van het huis op zich neemt.
M & D2 willen het huis in stand houden omwille van z'n speciaal karakter. M en D2 stellen vast dat de vastgoedprijzen steeds maar stijgen.
Daardoor besluit M dat hij maar best zo vlug mogelijk een schenking doet van de blote eigendom van zijn 1/6 aan zijn 2 dochters D1 en D2, waarbij
hij de schenkingskosten betaalt(omdat hij van mening is dat de begunstigde in z'n eigen cadeau niet moet betalen). Op die manier vermijdt hij steeds hoger wordende schenkingskosten in de toekomst.
M stelt voor aan dochter D2 dat zij gelijktijdig met zijn schenking, de blote eigendom van D1 overkoopt, zodat de volledige blote eigendom dan in handen is van D2. M behoudt het vruchtgebruik over 6/12 van het huis.
D2 kan 50000 betalen aan D1 en 25000 moet door D2 geleend worden bij de bank.
Aangezien D2 225/md ontvangt van M kan zij deze lening praktisch met die 225 afbetalen.
D2 stelt dat zij moet investeren in een huis waar ze eigenlijk geen gebruik van heeft, en dat zij op de koop toe nog moet gaan lenen voor 25000. Ze moet een hypotheeklening afsluiten op het huis en daarvoor moet zij volle eigenaar worden. Ze is zelf huurder van een appartement aan 500/md.
D2 wil met M afspreken dat hij zijn 2/12 schenkt aan zijn beide dochters D1 en D2. Daarop zal zij de 3/12 van haar zus D1 overkopen, als zij volle eigenaar mag worden van het huis. Daarom moet M aan zijn vruchtgebruik verzaken, in ruil voor een levenslang huurcontract tussen D2 en M, voor de huurprijs van 450 euro/md, te indexeren, hetgeen de helft bedraagt van de volle huurprijs van het huis. Deze huurprijs geldt zolang M instaat voor alle kosten verbonden aan het huis, i.e. herstel inwendig en uitwendig, betalen van de verzekering, van de onroerende voorheffing.
Vraag : kan een dergelijke constructie wettelijk gezien. Is het niet zo dat wat je ook in dat huurcontract schrijft, de verhuurder gehouden is tot alle grove herstellingen, herstellingen van hetgeen vast verbonden is aan het inwendige van het huis, betaling van de onroerende voorheffing, betaling van de verzekering, omdat de huurwet boven een contract staat, en het contract eigenlijk nietig is als het zulk een voorwaarden vermeldt ?
Kan de verhuurder de huurprijs herzien, van zodra de huurder niet meer voldoet aan hetgeen in het contract is afgesproken