hey!
Wij krijgen voor ons examen op voorhand 2 vragen waarvan hij zeker 1 zal stellen. Bij 1 van die vragen vind ik niet zoveel info op het internet. Kan iemand mij helpen? De vraag gaat als volgt:
a) Een van de grote risico’s van de KMO is de aandelenoverdracht bij overlijden van één van de aandeelhouders.
Het bedrijf BVBA Blokken Met Vreugde loopt dit risico. De BVBA heeft twee aandeelhouders : Fons en Marie. Ze bezitten ieder 50 % van de aandelen. Ze hebben mekaar een paar jaar geleden ontmoet op een vakbeurs. Die ontmoeting leidde tot een relatie. Die relatie leidde ertoe dat het huwelijk van Fons schipbreuk liep. Ook Marie scheidde van haar partner. Sinds een jaar zijn Fons en Marie wettelijk samenwonend. Zes maanden geleden hebben ze dan hun BVBA opgericht.
Fons en Marie hebben kinderen uit een vorig huwelijk, maar geen gezamenlijke kinderen.
Welke risico’s loopt het bedrijf wanneer Fons zou overlijden ? (Het zijn er drie)
b) Hoe kan een beding van aanwas aan dit risico een oplossing bieden? Leg omstandig uit wat dit beding van aanwas inhoudt en hoe het dit risico kan opvangen. Hiervoor moet je weten dat Fons geboren is in 1969, Marie is geboren in 1967. Geef ook aan hoe dit beding in de praktijk moet worden uitgewerkt. Geef ook uitleg over de eventuele gevolgen inzake successierechten van dit beding.
Bedankt!