Na een overlijden beweert de ene partij (A) dat bepaalde goederen van hen zijn, terwijl deze goederen door de overledene geschonken werden aan partij B.
A wil dus de goederen krijgen van B.
A beweert dat er geen enkel bewijs is dat B de goederen kreeg van de overledene, waardoor ze dus naar partij A (de erfgenaam) moeten gaan.
Het gaat om huishoudelijke apparaten zoals een koelkast en een televisie.
Wat ik vreemd vind is dat partij B moet bewijzen dat deze de toestellen kreeg.
Aangezien deze toestellen in het huis van B staan en stonden tijdens het in leven zijn van de nu overledene, is een diefstal niet mogelijk.
Waarom moet B kunnen bewijzen dat deze toestellen geschonken werden ?
Ik persoonlijk geef zo vaak geschenken aan mijn vriendin (denk aan kledij, huishoudtoestellen, juwelen van kleine waarde, ...).
Zonder dat hiervan bewijzen zijn.
Zou dit dan ook willen zeggen dat als ik overlijd, al deze geschenken teruggegeven moeten worden aan mijn erfgenamen ?