Mijn schoonbroer is overleden. Was getrouwd met scheiding van goederen. Er zijn drie kinderen.
Schoonbroer was enige kostwinnaar (zelfstandige: reden van dit huweljkscontract). Alle onroerende eigendommen alsook alle roerende beleggingen staan evenwel in onverdeeldheid op beide namen. Er is dus niets belegd op persoonlijke namen.
Bijgevolg valt de helft van al deze eigendommen in de nalatenschap.
Maar er is reeds jarenlange onenigheid met één van de kinderen. Dat kind betwist nu de nalatenschap en beweert dat er impliciet een onwettige schenking is gedaan door mijn schoonbroer aan zijn echtgenote door alles op twee namen te beleggen. Dat kind eist nu dat ipv van 50 percent 75 percent in de nalatenschap valt, aangezien het vrij beschikbare deel (25 percent) in het geval van deze "schenking"(???) zou zijn overschreden.
Klopt dat?
Mijn schoonzuster zegt dat haar echtgenoot alles bewust in onverdeeldheid op beide namen heeft belegd teneinde haar te vergoeden voor haar werk in het huishouden, haar taken als echtgenote en als moeder en dat er daarom in het geheel geen sprake van schenking is. Waren 45 jaar gehuwd.