Erfenissprong

[lucas123]

X is op ... maart 2013 overleden in Lier.
Zijn zoon Z1 zou MOGELIJK een 'erfenisprong' willen toepassen ten voordele van zijn dochter K. (dus Z1 verwerpt de
erfenis en zijn dochter K krijgt de erfenis).
Mijn vragen mbt een attest van erfopvolging:
. Stel dat de broer van Z1 (Z2) bij een registratiekantoor een attest van erfopvolging aanvraagt, zonder medeweten van Z1:
bestaat er dan de kans dat er ten onrechte een attest wordt uitgereikt waarin Z1 (en Z2) als erfgenaam wordt aangeduid
ipv Z1 zijn dochter K ?
. Is het mogelijk om dergelijk attest bij een registratiekantoor te verkrijgen als er een erfenissprong wordt toegepast en
hoe moet Z1 daarvoor te werk gaan ?

En hoe gebeurt het weigeren van de erfenis door Z1 ten voordele van zijn dochter K praktisch gezien nog...
En is er geen risco dat het foutoopt en Z2 allles krijgt ? Moet ik ergens opletten ?

Of werk ik voor een erfenissprong beter met een notaris ?

Alvast bedankt,

[wanton]

Z1 moet dan zo vlug mogelijk de erfenis weigeren , ten gunste van zijn dochter . Dit gebeurt op de rechtbank van eerste aanleg van het arrondissementt waar X woonde (Mechelen?). K neemt dan gewoon zijn plaats in. K is enig kind van Z1. Er moeten nu evenveel successierechten betaald worden door K als dat door Z1 zou moeten.
Wacht met het attest van erfopvolging tot beslissing van Z1.
Goed weigering ten gunste van K vragen want anders is alles voor Z2.

[j.demoor]

“Art.786..[1 Het aandeel van hem die de nalatenschap verwerpt, komt ten goede aan zijn afstammelingen, indien plaatsvervulling plaatsvindt; zo niet, komt zijn aandeel door aanwas ten goede aan de andere erfgerechtigden in dezelfde graad; indien de verwerper alleen is in zijn graad, vervalt het aan de volgende graad, of aan de volgende orde, naar gelang van het geval.]1 (Burgerlijk Wetboek=B.W.).
(1)<W 2012-12-10/14, art. 26, 017; Inwerkingtreding : 21-01-2013>

X is op ... maart 2013 overleden

Het nieuwe art.786 B.W. is hierop dus van toepassing.

“Art.784.De verwerping van een nalatenschap wordt niet vermoed : zij kan voortaan alleen gedaan worden op de griffie van de rechtbank van eerste aanleg van het arrondissement waar de erfenis is opengevallen, in een bijzonder daartoe gehouden register.”(B.W.).

“Art.1240bis...§ 4. Zowel de akte als het attest van erfopvolging vermelden op duidelijke wijze wie de erfgerechtigden zijn die aanspraak kunnen maken op de tegoeden van de overledene, met vermelding van volgende identificatiegegevens : naam, voornamen, plaats en datum van geboorte, adres en eventueel de datum van overlijden...”(B.W.)

Voornoemd art.1240bis,§4 impliceert dat de ontvanger van het successiekantoor het in art.784 B.W. genoemde register moet raadplegen(of er kennis van krijgen).