Een hoogbejaarde vrouw wil graag zo lang mogelijk in haar eigen huis blijven wonen. Ze heeft 2 kinderen. Haar zoon woont met zijn familie naast zijn moeder maar kijkt niet naar haar om. Haar dochter geeft haar goed betaalde kaderfunctie op om haar moeder thuis te kunnen verzorgen. Moeder staat er op een (onderhandse) zorgovereenkomt op te stellen met haar dochter. Er wordt een maandelijks vast bedrag bepaald (dit bedrag wordt zo goed mogelijk bepaald a.h.v. de te verstrekken zorgen/taken, maar de zorgen veranderen naarmate mevrouw ouder wordt - zo vb regelmatige verplaatsingen vervallen en worden vervangen door zwaardere/intensere verzorging...). De dochter wil voor de zorgen echter geen vergoeding ontvangen zolang haar moeder leeft gezien moeder moet rondkomen met haar pensioen. Haar eigen woning is haar 'spaarpot' voor mocht ze nog voor vb. grote medische kosten komen te staan. Er wordt in de zorgovereenkomst dan ook opgenomen dat de dochter zal vergoed worden na overlijden van moeder, door voorafname van de nalatenschap of bij verrekening van de nalatenschap mocht de dochter vb geïnteresseerd zijn de ouderlijke woning over te nemen en haar broer uit te kopen.
De dochter zal haar moeder uiteindelijk 12 jaar lang verzorgen, tot ze op 97-jarige leeftijd - thuis- overlijdt. (In haar testament vermeldt mevrouw expliciet dat de schuld aan haar dochter moet betaald worden vóór de verdeling van haar nalatenschap).
Bij de afhandeling van de nalatenschap hoort de zoon voor het eerst over het bestaan van een testament en de zorgovereenkomst. Alhoewel hij de zorgen die zijn zus voor hun moeder heeft gedaan niet betwist, is hij echter niet akkoord dat zijn zus voor de geleverde zorgen zal vergoed worden. Hij vindt het maar normaal dat ze haar moeder heeft verzorgd. De zus stelt dat ze het idd vanzelfsprekend zou vinden niet vergoed te worden voor de geleverde verzorging, mocht haar broer ook enige hulp op zich genomen hebben, wat echter niet gebeurde. Uiteindelijk is de broer bereid tot een zeer gering bedrag/maand als zorgvergoeding, amper 1/3 van het bedrag dat de moeder had bepaald in de zorgovereenkomst met haar dochter.
Mijn vraag is nu: kan de broer het bedrag, bepaald in de zorgovereenkomst, met succes betwisten/aanvechten? Of is de overeenkomst nu ook voor hem bindend als erfgenaam, door plaatsvervulling?
Alvast hartelijk dank voor mogelijke info!