#2 , 03 mar 2006 13:57
Art.319.?1.Wanneer het vaderschap niet vaststaat krachtens artikel 315 of 317, kan de vader het kind erkennen... Art.322.Wanneer het vaderschap niet vaststaat krachtens de artikelen 315 of 317,noch op grond van een erkenning, kan het bij vonnis worden vastgesteld...Art.336.Het kind wiens afstamming van vaderszijde niet vaststaat,kan van degene die gedurende het wettelijk tijdvak van de verwekking met zijn moeder gemeenschap heeft gehad,een uitkering tot levensonderhoud,opvoeding en passende opleiding vorderen...(B.W.=Burgerlijk Wetboek).
Art. 731. De erfenissen komen toe aan de kinderen en afstammelingen van de overledene... Art. 745. De kinderen of hun afstammelingen erven van hun ouders, grootouders of verdere bloedverwanten in de opgaande lijn, zonder onderscheid van geslacht of van eerstgeboorte, (ook al hebben zij niet dezelfde ouders en ongeacht de wijze waarop hun afstamming is vastgesteld.)(B.W.)