Twee erfgenamen hebben een jaar een leegstaand huis in onverdeeldheid.
Het huis werd te koop gesteld bij een makelaar.
Er waren geen gegadigden aan de gevraagde prijs en één van de erfgenamen wenst, ook op aanraden van de makelaar, de prijs aan te passen.
De andere erfgenaam laat niets van zich horen en weigert om haar standpunt kenbaar te maken.
Er wordt op tijd gespeeld. De impasse is compleet. Aan die prijs raakt het huis weliswaar nooit verkocht.
De ene erfgenaam overweegt het makelaarscontract op te zeggen en de procedure op te starten om uit de onverdeeldheid te treden.
Heeft deze erfgenaam enige zekerheid dat de andere, blokkerende, erfgenaam niet zomaar het huis kan inkopen aan een spotprijs door als enige een laag bod uit te brengen?
Wordt er een instelprijs voorzien bij een dergelijke gedwongen openbare verkoop?
Kan de andere erfgenaam ook een gedwongen openbare verkoop blokkeren door bijvoorbeeld niet akkoord te gaan met de biedprijs?
A propos, de ene erfgenaam neemt alle kosten op zich van het leegstaande huis in onverdeeldheid (brandverzekering, water, elektriciteit...) wegens noodzaak (de andere erfgenaam weigert ook hier elke betaling uit te voeren). Kunnen die gemaakte kosten voor de helft verhaald worden op de andere erfgenaam bij afronding van de verkoop?
Met dank voor advies