#10 , 20 dec 2014 17:34
Bij gehuwden bestaan er altijd minstens 2 verschillende vermogens, en meestal drie. Elke echtgenoot heeft altijd een eigen vermogen. De meeste gehuwden hebben ook een gemeenschappelijk vermogen (GV) (dat is een soort onverdeeldheid, maar dan wel een speciale, want de regels over de ontbinding er van zijn anders). Als je in België trouwt zonder huwelijkscontract (HK), zijn er 3 vermogens = de klassieker. Alle inkomsten tijdens het huwelijk komen in dat GV terecht; alle interesten op kapitaal; alle huuropbrengsten. In het eigen vermogen zitten in hoofdzaak: wat je bezat voorafgaand aan het huwelijk (peanuts bij de meesten) en wat je zou erven tijdens het huwelijk.
Om géén GV te hebben, moet je dus een HK aangaan met zuivere scheiding van goederen.
Een HK dat zéér populair was bij momenteel oude mensen, was het stelsel van de algehele gemeenschap. Dat betekent dat alle goederen vanzelf in het GV vallen. Toch kunnen die echtgenoten een eigen vermogen hebben dat niet leeg is: namelijk als ze een schenking ontvangen waarbij de schenker verbiedt om dat goed in gemeenschap te brengen.
In een HK (of in het wettelijk stelsel voor wie zonder HK trouwt) zitten de regels vervat over de samenstelling van dit GV en over de ontbinding bij overlijden.
Bij een overlijden van een echtgenoot moet EERST het GV worden verdeeld (volgens het huwelijksvermogensrecht). Een deel (of alles) van het GV zal naar de langstlevende echtgenoot gaan; een ander deel (of niets) zal naar de erfenis gaan.
Dan pas komt het erfrecht op de proppen: daarin is bepaald hoe de erfenis wordt verdeeld. Wie geen testament heeft gemaakt, kiest voor opnieuw een soort wettelijk stelsel: het gewone wettelijke erfrecht.
-------------
Je moet altijd deze structuur volgen: eerst GV verdelen; dan de erfenis verdelen. Zoniet ga je verdwalen.
De moeilijkheid zit hem hierin dat echtgenoten dikwijls in hun HK, of bij een aparte overeenkomst, bepalingen opnemen die gaan over de verdeling van hun erfenis... Een "gifte tussen echtgenoten", in een HK of in een afzonderlijke akte, gaat altijd over de erfenis. Een verblijvingsbeding anderzijds gaat over de verdeling van het GV. Een "langst leeft, al heeft" gaat ook over de verdeling van het GV.
HK-en en testamenten zijn maatwerk. Wat voor Jantje past, is rampzalig voor Karel. Zo is van groot belang: zijn er kinderen (zijn ze gemeenschappelijk)? Leven de ouders nog van de ene of van de andere echtgenoot? Heeft één van de 2 een (stevig) eigen vermogen? Daar komt dan ook nog bij dat de erfbelasting verschillend is volgens het gewest waar je woont en dat je best ook nadenkt over de fiscale gevolgen van al je keuzes.
Het bestaan van een HK en van een testament naast elkaar is dus zeker zinvol. Trouwen zonder huwelijkscontract zou m.i. verboden moeten zijn; of m.a.w. het huidig wettelijk stelsel zou een zuivere scheiding van goederen moeten zijn... Mensen beseffen niet welke risico's ze lopen door een GV te hebben.
Een clausule "langst leeft, al heeft" wordt tegenwoordig door het notariaat niet meer aanbevolen. De tekst die U citeert, gaat over de invoering van een keuzebeding in het HK, wat ervoor zorgt dat de langstlevende kan kiezen hoe het GV verdeeld zal worden. Dat lijkt op het eerste zicht alleen maar voordelen te hebben, maar dan moet opa of oma het ook aandurven om misschien tegen de wens van kinderen in te gaan...
-------------
In de tekst die je citeert, staat dit:
"In het wettelijk stelsel (dit is het stelsel waaronder de meeste echtgenoten zijn gehuwd) komt bij overlijden de gemeenschap toe voor de helft in volle eigendom en voor de helft in vruchtgebruik aan de langstlevende echtgenoot; de helft in naakte eigendom komt dan reeds toe aan de kinderen."
In dat éne zinnetje staat al huwelijksvermogensrecht en erfrecht naast elkaar:
"komt bij overlijden de gemeenschap toe voor de helft in volle eigendom" (aan de langstlevende) = dat is de verdeling van het GV: de helft naar de langstlevende, de helft naar de erfenis
en
"komt bij overlijden de gemeenschap toe voor" ..... "de helft in vruchtgebruik aan de langstlevende echtgenoot; de helft in naakte eigendom komt dan reeds toe aan de kinderen." = dat is erfrecht: VG voor de langstlevende, blote eigendom voor de kinderen.