“Art.745quinquies...§ 3. Ingeval de langstlevende echtgenoot tot de nalatenschap komt met afstammelingen uit een vorige relatie en de OMZETTING wordt gevorderd door een van de partijen, wordt de langstlevende echtgenoot geacht ten minste twintig jaar ouder te zijn dan de oudste afstammeling uit een vorige relatie.”(Burgerlijk Wetboek).
PUELINCKX-COENE,M.,93...In vroegere teksten werd een maximumgrens van een derde van de volle eigendom van de om te zetten goederen vooropgezet...Door fictief voorop te stellen dat de langstlevende echtgenoot geacht wordt twintig jaar ouder te zijn dan het oudste stiefkind zal steeds een voldoend grens bij de berekening van het vruchtgebruik ingebouwd zijn...,T.P.R.1981,674.
Beide methodes begrenzen de OMZETTINGSWAARDE van het vruchtgebruik van de stiefouder.Die aldus,op het moment van de omzetting,bepaalde waarde is functie van de geboortedatum van het oudste stiefkind,ook al is het overleden na het openvallen van de nalatenschap.Diens erfgenamen erfden zijn blote eigendom = volle eigendom - VRUCHTGEBRUIK.
Art.745quinquies,§3,zo interpreteren dat de blote eigendom van o.m. de erfgenamen van het oudste stiefkind in waarde daalt wegens diens vooroverlijden lijkt onverantwoord.
Ga volledigheidshalve naar (geconsolideerde wetgeving) onder Belgisch Staatsblad in
http://just.fgov.be .Klik voor WetBOEKEN in de balk achter ’Juridische aard’ op het omgekeerd driehoekje uiterst rechts.