Kan iemand eens nagaan of in het licht van recente wetswijzigingen mijn volgende redeneringen (nog) kloppen aub?
Een echtpaar gehuwd met volledige scheiding van goederen wil een belegging doen in een assistentiewoning. De idee is om die elk voor de helft aan te kopen, ieder met zijn eigen financiële middelen.
Aangezien er twee gemeenschappelijke kinderen zijn wensen ze dat te doen op een wijze waardoor later de erfenisrechten worden beperkt.
Mogelijkheden:
1. Gesplitste aankoop, kinderen kopen naakte eigendom, ouders het vruchtgebruik.
Probleem: één van de kinderen zal onmogelijk achteraf kunnen aantonen dat het over voldoende persoonlijke middelen beschikte om zijn deel van de naakte eigendom te financieren.
De ouders zouden onmiddellijk voorafgaand aan de aankoop wel een schenking kunnen doen aan beide kinderen zodat ze daarmee ieder hun aandeel kunnen betalen.
Probleem: klopt het dat dergelijke constructies niet meer worden aanvaard en er toch erfenisrechten zullen moeten betaald worden bij overlijden van de ouders?
2. De ouders kopen samen de assistentiewoning ieder voor de onverdeelde helft in volle eigendom en schenken de naakte eigendom ervan onmiddellijk aan beide kinderen. De schenkingsrechten zijn recentelijk immers aanzienlijk gedaald.
De vragen in dit tweede geval zijn:
- moeten de schenkingsrechten enkel worden betaald op de waarde van de naakte eigendom of op de volledige waarde?
- wordt dit beschouwd als vier afzonderlijke schenkingen (2 schenkers met ieder twee begunstigden)?
- is dientengevolge de progressiviteit van de schenkingsrechten ook vier keer lager,
maw wordt voor elke schenking van nul geteld voor de progressiviteit?
3. Is er nog een andere methode om het resultaat van 1. resp. 2. te bekomen?