#22 , 28 nov 2014 21:44
à Prado: Begrijp ik het goed als ik denk dat het een kind betreft dat thuis inwoonde bij zijn ouder(s)? En nu, na overlijden van zijn moeder, nog steeds in de ouderlijke woning woont? Als dit correct is, dan woonde hij een 47 jaar ('gratis') bij zijn ouder(s). Deze 'gratis woonperiode' kan dan niet aanzien worden als een schenking. Uw ouder kan bij zich in huis nemen wie ze wil en ook gratis indien ze dat wil. Bovendien was het in casu niet 'gratis', want er stond een zeker onderhoud van de woning voor in de plaats. In deze situatie kan er in het beste geval slechts een bezettingsvergoeding gevraagd worden voor de periode na overlijden van moeder (dus goed 1 jaar), en rekening houdend met het aandeel mede-eigendom van het kind dat nog in de ouderlijke woning verblijft.
Iets anders is de situatie dat het niet de woning betreft waarin ook uw ouder(s) wonen en de woning, waarin het kind gratis woont, al 48 jaar zou kunnen verhuurd geweest zijn. Het gratis wonen zou dan resulteren in een huur-inkomsten verlies. Dat zou de rechter wel kunnen kwalificeren als een schenking (zal afhangen van de kwalificatie van de rechter, rekening houdend met o.a. het vermogen van uw ouders, waarde van de woning, staat van de woning e.d.). In dat geval zullen de overige erfgenamen zich tot de rechtbank moeten richten om hun gelijk te halen.
Gezien u echter al schreef dat 'er niets tegen te doen is' en dat ook een notaris u al terugfloot denk ik dat het om een inwonend kind gaat dat 'gratis' bij zijn ouder(s) inwoonde. Indien correct, dan kan u niets doen m.b.t. de periode vóór overlijden van uw moeder.
Indien de erfgenamen nu niet tot een overeenkomst komen m.b.t. een bezettingsvergoeding (voor de verblijfsperiode na overlijden van moeder) kan men m.i. alleen overgaan tot de eis om tot een verkoop over te gaan om iedere erfgenaam zijn erfdeel te geven. Niemand kan immers gedwongen worden om in onverdeeldheid te blijven. (cf kind kan ook de andere erfgenamen uitkopen als hij wenst te blijven wonen). Afhankelijk van het KI kan dat kind zich mogelijk beroepen op de Wet op de kleine nalatenschappen om bij voorrang de ouderlijke woning te kunnen overnemen tegen schattingsprijs, en aldus een openbare verkoop tegen te houden.
Dat het kind, dankzij het destijds opgestelde document, 'gratis' mag blijven wonen totdat de vereffening en verdeling van de nalatenschap rond is, kan ik inkomen;
of dat echter 'levenslang' verder kan gaan, als vertrekpunt nemend het overlijden van moeder, daar heb ik mijn twijfels bij, maar ik kan me niet direct op een wettekst baseren om dit definitief te bevestigen of te ontkennen. Misschien kunnen andere forumleden hier aanvullen?