Pagina 1 van 1

wie heeft waar recht op?

Geplaatst: 07 apr 2009 11:49
door danny182
Mijn grootmoeder en grootvader zijn gestorven, zij hadden 3 zonen waaronder mijn vader. Deze 3 zonen zijn ondertussen ook gestorven. De echtgenotes van de overleden zonen leven nog. Wat zijn onze rechten op de erfenis van onze grootouders als kleinkinderen?

Re: wie heeft waar recht op?

Geplaatst: 07 apr 2009 18:29
door wolf2
Kunt U nummeren in welke volgorde iedereen overleden is?

bvb.
1 grootvader
2 grootmoeder
3 zoon A
4 zoon B
5 zoon C

En welke zonen hoeveel kinderen hebben?

wie heeft waar recht op?

Geplaatst: 08 apr 2009 09:12
door danny182
de volgorde is 1, 3, 4, 5, 2 en de zonen 3 en 5 hebben elks 2 kinderen.

Re: wie heeft waar recht op?

Geplaatst: 08 apr 2009 19:10
door wolf2
Het antwoord:
elk kleinkind 1/8 VE + 1/8 BE
• elke weduwe 1/6 VG
• weduwe C eventueel nog een VG van 1/16 te nemen uit het VG van weduwe B als B eerder sterft dan C.

Hoe ik er aan kom:

In de veronderstelling dat niemand een testament maakte noch een ‘afwijkend’ huwelijkscontract had; ik kijk ook alleen maar naar waar het bezit van opa en oma gaan.
Opa sterft: het gemeenschappelijke bezit van opa en oma wordt in 2 gedeeld.
Oma krijgt ½ in volle eigendom + het vruchtgebruik op de andere ½.
A, B en C krijgen elk 1/3 in blote eigendom van de laatstgenoemde ½. Als we dus spreken over de vroegere gemeenschap van opa en oma: elk 1/6 in blote eigendom.
Bij overlijden zoon A krijgt:
• de vrouw van A het vruchtgebruik over 1/6 BE: hier zit een moeilijkheid want dat VG zit nog bij oma. Maar toch heeft de vrouw van A daar een recht op: we zien verder
• elk kind van A: 1/12 BE.
Bij overlijden zoon B: zijn weduwe krijgt het VG over 1/6 BE; zonder testament krijgt zijn moeder ¼ van 1/6 BE; de andere ¾ worden verdeeld over broer C (1/2 van ¾ van 1/6 BE dus) en over de kinderen van wijlen A (elk ¼ van ¾ van 1/6 BE).
Bij overlijden zoon C: eerst eens kijken wat C bezit: 1/6 BE uit erfenis pa én 3/48 uit erfenis broer B = 11/48 BE.
• de vrouw van C krijgt daar het VG op (zelfde moeilijkheid als bij A)
• elk kind van C krijgt daar de ½ van.

Tussenstand:
Na overlijden opa en 3 zoons bezitten:
• elk kleinkind 11/96 BE
• vrouw van A een eventueel VG op 1/6 (ze zal dat krijgen als ze nog leeft als oma sterft)
• vrouw van C een eventueel VG op 1/6 (ze zal dat krijgen als ze nog leeft als oma sterft) + een eventueel VG in 2de rang op 1/16 (ze zal dat krijgen als oma én de vrouw van B overlijden voor haar)
• vrouw van B een eventueel VG op 1/6 (ze zal dat krijgen als ze nog leeft als oma sterft)
• oma 1/2 VE en 1/24 BE speciaal bezwaard en 1/2 VG.

Als oma overlijdt dooft haar vruchtgebruik uit: de BE worden nog géén VE want de eventuele VG in eerste rang worden actuele VG.

Dat geeft:
• elk kleinkind 11/96 BE
• vrouw van A VG op 1/6
• vrouw van C VG op 1/6 + een eventueel VG in 2de rang op 1/16 (ze zal dat krijgen als de vrouw van B overlijdt voor haar)
• vrouw van B VG op 1/6

Daarenboven vervalt de erfenis van oma aan de 4 kleinkinderen. De vrouw van B erft niet.
Elk kleinkind dus: plus ¼ van 1/2 VE + ¼ van dat speciaal 1/24 BE.

Einde van het verhaal:
• elk kleinkind 1/8 VE + 1/8 BE
• elke weduwe 1/6 VG
• weduwe C eventueel nog een VG van 1/16 te nemen uit het VG van weduwe B als B eerder sterft dan C.

Verder zullen uiteindelijk de 4 kleinkinderen elk VE worden van ¼, maar de tussenstappen hangen af van de volgorde van overlijden van de weduwen. Het verschil tussen A en C wordt veroorzaakt doordat C nog leefde toen B stierf maar A niet meer.

wie heeft waar recht op?

Geplaatst: 08 apr 2009 22:22
door danny182
Dino, bedankt voor het kluwen een beetje te ontrafelen. Nog één vraagje VE, BE, VG staat voor....?

Re: wie heeft waar recht op?

Geplaatst: 09 apr 2009 16:45
door wolf2
Volle Eigendom

Blote Eigendom

VruchtGebruik.

Wie het vruchtgebruik heeft van een huis, mag er in wonen of het verhuren en de huishuur opstrijken. Mara moet het onderhouden op de zeer zware herstellingen na.

Een blote eigenaar bezit iets, maar geniet nergens van. Hij moet wachten tot het vruchtgebruik stopt (meestal door overlijden van de vruchtgebruiker).