JuridischForum.be

Volgende situatie stelt zich:

Vader overlijdt en heeft op dat moment nog 1 levende broer en 2 kinderen. Vader had een bewogen verleden en ook veel schulden gemaakt. Mijn vader had daarom gevraagd aan zijn toen nog levende moeder, om mee borg te staan voor een schuld ten aanzien van de bank. Het huis van mijn grootmoeder werd dan ook verkocht om de schuldeisers terug te betalen. (Op dat huis had zijn moeder het vruchtgebruik en de 2 zonen, vader en zijn broer, het vruchtgebruik). Nu bleek dat er nog niet voldoende afgelost werd en wordt er het loon van mijn vader loonbeslag gelegd alsook op het pensioen dat zijn moeder toen ontving.

Vader geraakt uiteindelijk uit de schulden en koopt een appartement, grootmoeder overlijdt.

Na een korte maar hevige ziekte overlijdt mijn vader en blijkt dat er een testament is.

Nu hadden ikzelf en mijn broer al 12 jaar geen contact meer gehad met mijn vader en zijn broer en zijn wij pas recent op de hoogte van deze situatie. Blijkt ook dat mijn vader zijn broer nu een bedrag van ons eist omwille van het feit dat hij zijn stuk van het ouderlijk huis niet gekregen heeft alsmede het volledige bedrag waarop vroeger beslag werd gelegd op het pensioen van mijn grootmoeder.

Kan mijn oom het bedrag terug vorderen dat hij niet ontvangen heeft bij de verkoop van het ouderlijk huis? Wat betreft het bedrag dat ingehouden is geweest op het pensioen van mijn grootmoeder?

Aangezien borgstelling en de eventuele uitvoering ervan geen schenking is hoeft er mijn inziens niets terug ingebracht worden in de erfenis alvorens te verdelen. De wet vermeldt enkel dat schenkingen gedaan aan één van de kinderen moeten worden ingebracht alvorens de erfenis te verdelen.

“Art.745.De kinderen...erven van hun ouders...zonder onderscheid van geslacht of van eerstgeboorte,ook al hebben zij niet dezelfde ouders en ongeacht de wijze waarop hun afstamming is vastgesteld. Zij erven voor gelijke delen en bij hoofden, wanneer zij allen in de eerste graad staan en uit eigen hoofde geroepen worden....”(Burgerlijk Wetboek=B.W.).

‘Vader overlijdt en heeft op dat moment nog 1 levende broer en 2 kinderen’

Ik ga ervan uit dat vader toen niet meer getrouwd was ,zodat alleen diens kinderen van hem erven.

“Art.2029.De borg die de schuld betaald heeft, treedt in alle rechten die de schuldeiser had tegen de schuldenaar.”(B.W.).

‘Het huis van mijn grootmoeder werd dan ook verkocht om de schuldeisers terug te betalen.’

Grootmoeder en later haar erfgenamen traden hierdoor in de rechten van de bank ten aanzien van uw vader en diens erfgenamen.

Grootmoeder en later haar erfgenamen traden hierdoor in de rechten van de bank ten aanzien van uw vader en diens erfgenamen.

Dit betekent dat het gedeelte dat de broer van mijn vader nog niet gekregen had door het verkopen van onroerend goed nog gecompenseerd dient te krijgen.

Wat met het pensioen waarop schuldeisers ook beslag hebben gelegd?