JuridischForum.be

De volgende situatie doet zich voor:
Een getrouwd koppel met 2 eigen kinderen en ??n stiefkind uit een vorig huwelijk stelt een huwelijkscontract "langst leeft al" op.
De echgenote, tevens moeder van het stiefkind, overlijdt en laat zowel onroerend als roerend goed na.
De overblijvende echtgenoot kan in dit geval niet beschikken over de volle eigendom, gezien de wet stelt dat kinderen uit een vorig huwelijk niet kunnen onterft worden, wat logisch is.
Wanneer die echtgenoot, een aantal jaren na het overlijden uit onverdeeldheid wenst te treden teneinde terug volledig over het onroerend goed te beschikken moet hij aan de 3 kinderen samen een bedrag uitkeren. Op wat moet dit bedrag gebaseerd worden: op de aangifte van nalatenschap + intresten(wegens de laattijdige uitbetaling) of gebaseerd op de huidige waarde van het onroerend goed dat intussen in waarde gestegen is. Sommige notarissen beweren dit laatste, maar dit lijkt me niet logisch, gezien het feit dat de meerwaarde eigenlijk geen deel uitmaakt van hetgeen de erflater nagelaten heeft. Welk is nu de juiste berekening, op basis van nalatenschap of op basis van de huidige waarde?
Dank bij voorbaat voor uw deskundig antwoord.

Een deskundig antwoord ga ik u niet geven; wel de volgende bedenkingen.

Er bestaat een wereld van verschil; soms een echte afgrond; tussen de fiscale kant van een overlijden en de burgerlijke kant. De manier om iets te berekenen is soms helemaal verschillend; de waardering van de goederen ook; het tijdstip waarop men zich baseert voor een berekening eveneens;

Bijgevolg zou ik zeggen: staar u niet blind op wat in een aangifte van nalatenschap is aangegeven, dat is een momentopname door een fiscale bril gezien.

Als er x jaar n? een overlijden iets herverdeeld of toegewezen moet worden, ga ik voor de burgerlijke kant van de zaak en neem ik de waarde op dat moment (meestal hoger dan de waarde bij overlijden) ?n de berekening vruchtgebruik volgens de burgerlijke tabellen ?n volgens de leeftijd van nu (en dus niet van het overlijden).

?Art.1465.Ingeval er kinderen zijn uit een vroeger huwelijk, blijft elk beding in het huwelijkscontract hetwelk ten gevolge heeft dat aan een der echtgenoten meer wordt gegeven dan het beschikbaar gedeelte, zonder gevolg ten aanzien van het meerdere; gelijke verdeling van hetgeen is overgespaard van de wederzijdse inkomsten der echtgenoten, al zijn die ongelijk, wordt echter niet beschouwd als een voordeel waardoor de kinderen uit een vroeger huwelijk worden benadeeld.?(B.W.=Burgerlijk Wetboek).

Er is een kind uit een vorig huwelijk zodat art.1465 B.W. hier van toepassing is.

?zonder gevolg ten aanzien van het meerdere? = zonder gevolg ten aanzien van wat meer toegekend werd dan het beschikbaar deel(=art.913 B.W.).

?Art.745sexies.? 1. Indien alle blote eigenaars en de langstlevende echtgenoot meerderjarig en handelingsbekwaam zijn, kunnen zij in iedere stand van de zaak, in onderlinge overeenstemming en op de wijze die zij hebben vastgesteld, overgaan tot de omzetting of tot de overdracht van de blote eigendom van de goederen bedoeld in artikel 745quater,?4...? 2. Bij gebreke van overeenstemming wordt de zaak bij de rechtbank aanhangig gemaakt...Wanneer de rechtbank de eis geheel of ten dele toewijst, bepaalt zij de wijze van omzetting of de prijs die moet worden betaald voor de overdracht van de blote eigendom van de goederen bedoeld in artikel 745quater, ? 4...? 3. Het vruchtgebruik wordt berekend volgens de waarde op de dag van de omzetting. Bij die waardering wordt onder meer en naar gelang van de omstandigheden rekening gehouden met de waarde en de opbrengst van de goederen, de eraan verbonden schulden en lasten en de vermoedelijke levensduur van de vruchtgebruiker...?(B.W.)

Ga volledigheidshalve naar (geconsolideerde wetgeving) in http://just.fgov.be .Klik in de balk achter ?Juridische aard? op het omgekeerd driehoekje uiterst rechts en zoek daar de nodige WetBOEKEN.