JuridischForum.be

Graag volgende vraag :

Overledene bezat 3/4de volle eigendom en 1/4de VG in gezinswoning (maar maakt deel uit van het eigen vermogen van de overledene).

Overledene laat na : echtgenote (tweede echt) en drie kinderen uit eerste huwelijk.

Er is een huwelijkskontrakt (klassiek keuzebeding) en een testament met aanbedeling van het grootst beschikbaar deel aan langstlevende.

Normaliter bekomt langstlevende dus 3/16de VE en 9/16de VG in de gezinswoning.

De kinderen worden (samen) eigenaar van 4/16de VE.

Kunnen zij de uitonverdeeldheidtreding vorderen en de (openbare) verkoop eisenvan de gezinswoning?

Met dank voor de antwoorden.

ik dacht van niet omdat de wettelijke bescherming van de gezinswoning der echtgenoten inhoudt dat na overlijden de overlevende zo lang zij de gezinswoning wil betrekken, dat mag. De verdeling van het onroerend goed kan dus pas na instemming van de overlevende echtgenote of vanaf dat zij haar domcilie verplaatst op een ander adres.

De echtgenote bekomt in principe slechts het vruchtgebruik van het deel dat haar man in VE had. Zij zal normaal 1/4 huur moeten betalen aan de kinderen. Maar het vruchtgebruik is heilig. Men kan haar dat niet afnemen.