langst leeft al

[noels]

Nog een vraagje over dit onderwerp. schoonouders getrouwd met dit kontrakt. vrouw erft een grote som geld .
vrouw wil haar kinderen van die som geld laten genieten en niet de
echtgenoot. hoe kan dit , en kan de man daar later geen aanspraak op maken daar hij volgens kontrakt ,de enige erfgenaam is.
gegeven , de echtgenoot weet niet de grote van de som geld.
ik heb het kontrakt gelezen , en dit is echt wel absurb.
van geld tot kleren en juwelen plus inboedel , kortom alles gaat naar
overblijvende. en daar de man niets aan het kontrakt wil veranderen ,
wil de echtgenote hier een oplossing voor vinden.

[wanton]

Formule 'langst leeft , al heeft' gaat meestal over de 'gezamenlijke' goederen , niet over het eigen vermogen van elk der echtgenoten. Als nu de vrouw een bedrag geerfd heeft , is dat van haar en haar alleen. in principe kan zij dit wegschenken , zelfs zonder toestemming van haar echtgenoot; de grootte van de som doet er niet toe.
Wend U tot een notaris met het huwelijkscontract voor een juiste interpretatie.
Probeer de man te overtuigen de formule 'langst leeft ,al heeft' alsnog te wijzigen in een keuzebeding.

Groeten.

[j.demoor]

?Art.1461.Echtgenoten kunnen overeenkomen dat de langstlevende of een hunner indien hij het langst leeft, bij de verdeling een ander deel dan de helft, of zelfs het gehele vermogen, zal ontvangen.?(B.W.).

?bij de verdeling? betreft de verdeling van het gemeenschappelijk vermogen,doch niet van het EIGEN vermogen.

?Art.1399.EIGEN zijn de goederen en schuldvorderingen die aan elk van beide echtgenoten toebehoren op de dag van het huwelijk en die welke ieder van hen tijdens het stelsel verkrijgt door schenking,ERFENIS of testament...?(B.W.=Burgerlijk Wetboek).

Over haar eigen vermogen kan uw schoonmoeder VRIJ beschikken.

INDIEN die erfenis zich nog zou bevinden in het eigen vermogen van uw schoonmoeders nalatenschap dan geldt bij haar vooroverlijden : ?Art.745bis.Wanneer de overledene afstammelingen, geadopteerde kinderen of afstammelingen van deze achterlaat, verkrijgt de langstlevende echtgenoot het vruchtgebruik van de GEHELE nalatenschap??(B.W.=Burgerlijk Wetboek),terwijl de kinderen er dan de blote eigendom van erven.

Ga volledigheidshalve naar (geconsolideerde wetgeving) onder Belgisch Staatsblad in http://just.fgov.be .Klik in de balk achter ?Juridische aard? op het omgekeerd driehoekje uiterst rechts en zoek daar de nodige WetBOEKEN.

[noels]

dit is wat zich ongeveer in het kontrakt bevind.
HUWELIJKSKONTRAKT 11 AUGUSTUS 1966


WELKE KOMPARANTEN VERKLAREN IN HET VOORUITZICHT VAN HUN AANSTAANDE HUWELIJK ER BIJ DEZE DE BURGERLIJKE VOORWAARDEN VAN HEBBEN VASTGESTELD ALS VOLGT:

ARTIKEL EEN: DE AANSTAANDE ECHTGENOTEN GAAN HUWELIJK AAN ONDER HET BEHEER DER WETTIGE GEMEENSCHAP, BEHALVE DE VOLGENDE WIJZIGINGEN.

ARTIKEL TWEE: DE LANGSTLEVENDE DER AANSTAANDE ECHTGENOTEN ZAL TEN TITEL VAN PRECIPUT VOORAFNEMEN ZIJNE KLEDEREN , LINNEN EN JUWELEN ALSMEDE DEZE VAN DEN EERSTERVENDEN.

ARTIKEL DRIE : DE LANGSTLEVENDE DER AANSTAANDE ECHTGENOTEN ZAL EEN TITEL VAN HUWELIJKSBEDING BEHOUDEN, DAT ER KINDEREN OF GENE UIT HUN HUWELIJK ZIJN GESPROTEN VOOR WAT AANGAAT DE ROERENDE GOEDEREN , GELDEN EN WAARDEN INBEGREPEN DE ENE HELFT IN VOLLEN EIGENDOM ZIJN AANDEEL UITMAKENDE EN DE TOCHT OP DE WEDERHELFT ZIJNDE OP HET AANDEEL VAN DE VOOROVERLEDENE.

ARTIKEL VIER: IN AANMERKING VAN HUN HUWELIJK EN ZONDER NADEEL AAN HETGENE VOORGAAT DOEN DE AANSTAANDE ECHTGENOTEN ZICH WEDERZIJDS EN AAN DE LANGSTLEVENDEN VAN HUN BEIDEN,DOCH ENKEL IN GEVAL VAN ONTBINDING VAN HET HUWELIJK DOOR DE DOOD,GIFTE ONDER LEVENDEN, HETGEEN WEDERKERIG VOOR ZELFDE LANGSTLEVENDEN AANVAARDEN, VAN DE TOCHT OF VRUCHTGEBRUIK VAN ALLE DE GOEDEREN,ZO ROERENDE ALS ONROERENDE, EIGEN AAN DE OVERLEDENE EN DIE ZULLEN AFHANGEN VAN ZIJNE NALATENSCHAP,DIT ZONDER VRAAG OP AFLEVERING TE MOETEN DOEN.
DEZE GIFTE ZAL GEEN VERMINDERING ONDERGAAN DOOR HET BESTAAN VAN VOORZATEN,MAAR INGEVAL VAN KIND OF KINDEREN UIT HUN HUWELIJK GESPROTEN EN DIE DE VERMINDERINGDEZER GIFTE ZOUDEN AANVRAGEN, ZAL VORENSTAANDE GIFTE VERMINDERD WORDEN VOLGENS DE WET, OP EEN /VIERDE VOLLEN EIGENDOM EN EEN /VIERDE TOCHT IN TOCHT ALEN TEN KEUZE VAN DE BEGIFTIGDE.

ARTIKEL VIJF: DE LANGSTLEVENDE ZAL ONTSLAGEN ZIJN OVER DE BEDONGENE OF VERKREGENE TOCHTRECHTEN ENIGE ZEKER OF BORG TE MOETEN STELLEN.
HET ISZO DAT ALLES TUSSEN PARTIJEN IS OVEREENGEKOMEN VASTGESTELD EN WEDERZIJDS AANVAARD.
WAARVAN AKTE;

sommige dingen zijn niet zo eenvoudig geformuleerd

[wanton]

[quote="noels"]

DEZE GIFTE ZAL GEEN VERMINDERING ONDERGAAN DOOR HET BESTAAN VAN VOORZATEN,MAAR INGEVAL VAN KIND OF KINDEREN UIT HUN HUWELIJK GESPROTEN EN DIE DE VERMINDERINGDEZER GIFTE ZOUDEN AANVRAGEN, ZAL VORENSTAANDE GIFTE VERMINDERD WORDEN VOLGENS DE WET, OP EEN /VIERDE VOLLEN EIGENDOM EN EEN /VIERDE TOCHT IN TOCHT ALEN TEN KEUZE VAN DE BEGIFTIGDE.


Wat een formulering is dat allemaal. Het is inderdaad moeilijk te begrijpen.
In art. 4, tweede alinea staat :' ingeval van kinderen .... zal vorenstaane gifte verminderd worden volgens de wet ....'
Het is een contract uit 1966 , volgens mij echter niet van 'langst leeft ,al heeft'. De wetswijzigingen van 1976 en vooral 1981 bepalen iets anders dan hier vermeld staat. Volgens mij kan nu het beschikbare deel van 1/4 toegekend worden aan de langstlevende echtgenoot in volle eigendom plus , zoals wettelijk bepaald , het vruchtgebruik op de overige 3/4. Hiervan wordt de blote eigendom gelijkmatig verdeeld onder de kinderen.
Er is sprake van wederzijdse gifte , dus het gaat mi. enkel over gemeenschappelijke goederen.
Informeer voor alle zekerheid toch eens bij een notaris.

[wolf2]

ARTIKEL TWEE: DE LANGSTLEVENDE DER AANSTAANDE ECHTGENOTEN ZAL TEN TITEL VAN PRECIPUT VOORAFNEMEN ZIJNE KLEDEREN , LINNEN EN JUWELEN ALSMEDE DEZE VAN DEN EERSTERVENDEN.

Voor elke verdeling van het gemeenschappelijk vermogen gaan de beschreven goederen naar de langstlevende. Het is een preciput, lees een vooruitmaking. Dat betekent dat de langstlevende dit krijgt zonder in evenredige mate bij te dragen in het passief van de gemeenschap.

Dit lijkt me zonder belang: de wet voorziet nu dat klederen, linnen en juwelen eigen goederen zijn en dus niuet in de gemeenschap vallen. Maar stel dat dit wel zo was en nog steeds geldig is, dan bekomt dus de langstlevende die spullen zomaar (waarde is wellict miniem).

ARTIKEL DRIE : DE LANGSTLEVENDE DER AANSTAANDE ECHTGENOTEN ZAL EEN TITEL VAN HUWELIJKSBEDING BEHOUDEN, DAT ER KINDEREN OF GENE UIT HUN HUWELIJK ZIJN GESPROTEN VOOR WAT AANGAAT DE ROERENDE GOEDEREN , GELDEN EN WAARDEN INBEGREPEN DE ENE HELFT IN VOLLEN EIGENDOM ZIJN AANDEEL UITMAKENDE EN DE TOCHT OP DE WEDERHELFT ZIJNDE OP HET AANDEEL VAN DE VOOROVERLEDENE.

Dit gaat over de verdere verdeling van het gemeenschappelijk vermogen. De langstlevende krijgt van de roerende goederen de 1/2 in volle eigendom en de andere 1/2 in vruchtgebruik (=tocht). Dat is achterhaald, want de wet voorziet dat de langstlevende nu het vruchtgebruik krijgt op de gehele nalatenschap (tenzij testament).

Over de onroerende goederen is er niets gezegd: dus wettelijk: de 1/2 gaat naar de langstlevende en de andere 1/2 valt in de nalatenschap.

ARTIKEL VIER: IN AANMERKING VAN HUN HUWELIJK EN ZONDER NADEEL AAN HETGENE VOORGAAT DOEN DE AANSTAANDE ECHTGENOTEN ZICH WEDERZIJDS EN AAN DE LANGSTLEVENDEN VAN HUN BEIDEN,DOCH ENKEL IN GEVAL VAN ONTBINDING VAN HET HUWELIJK DOOR DE DOOD,GIFTE ONDER LEVENDEN, HETGEEN WEDERKERIG VOOR ZELFDE LANGSTLEVENDEN AANVAARDEN, VAN DE TOCHT OF VRUCHTGEBRUIK VAN ALLE DE GOEDEREN,ZO ROERENDE ALS ONROERENDE, EIGEN AAN DE OVERLEDENE EN DIE ZULLEN AFHANGEN VAN ZIJNE NALATENSCHAP,DIT ZONDER VRAAG OP AFLEVERING TE MOETEN DOEN.
DEZE GIFTE ZAL GEEN VERMINDERING ONDERGAAN DOOR HET BESTAAN VAN VOORZATEN,MAAR INGEVAL VAN KIND OF KINDEREN UIT HUN HUWELIJK GESPROTEN EN DIE DE VERMINDERINGDEZER GIFTE ZOUDEN AANVRAGEN, ZAL VORENSTAANDE GIFTE VERMINDERD WORDEN VOLGENS DE WET, OP EEN /VIERDE VOLLEN EIGENDOM EN EEN /VIERDE TOCHT IN TOCHT ALEN TEN KEUZE VAN DE BEGIFTIGDE.

Dit betreft de toekenning van de nalatenschap! De langstlevende krijgt het volledige vruchtgebruik van de gehele nalatenschap. Dat WAS vroeger m?r dan wat de wet voorzag. Kinderen konden en kunnen de vermindering vragen tot het oude grootst beschikbaar deel. Rechtspraak heeft geoordeeld dat indien niets anders overneegekomen is, het oude grootst beschikbaar deel gelezen moete worden alsof men het nieuwe GBD heeft bedongen (dat is bij 1 kind: 1/2 in VE + 1/2 in VG ** bij 2 l.: 1/3 in VE + 2/3 in VG ** bij 3 of > k.: 1/4 in VE + 3/4 in VG).
Maar geen enkel kind zal dat vragen want dan krijgt de langstlevende meer (door het spel van oud en nieuw draait de vermidnering uit op een vermeerdering voor de langstlevende).

Dit contract is geen langst leeft, al heeft.


Concreet: als er geen ander testament bestaat:
* bekomt de langstlevende de genoemde vooruitmaking, voor zover wettelijk nog mogelijk (die goederen zijn nu eigen goederen per definitie)
* is er op het einde van de rit geen verschil met het wettelijk stelsel van verdeling van de gemeenschap noch van het wettelijk stelsel van erfrecht. Of de langstlevende nu het VG krijgt uit een bepaling van het huwelijkscontract (voor de roerende goederen) of uit een bepaling van de wet (voor de onroerende goederen): dat komt op = neer.

Het ganse huwelijskontrakt doet in praktijk dus niets.
Ik heb de andere berichten // vragen niet gelezen en heb louter geantwoord op de tekst van het HK.
Stel gerust nog een vraag, dan bekijk ik het morgen nog eens.

[noels]

bedankt al voor uitleg , ik zal alles eens een paar keer moeten doorlezen.
in het laatste staat
ARTIKEL VIJF: DE LANGSTLEVENDE ZAL ONTSLAGEN ZIJN OVER DE BEDONGENE OF VERKREGENE TOCHTRECHTEN ENIGE ZEKER OF BORG TE MOETEN STELLEN.
HET ISZO DAT ALLES TUSSEN PARTIJEN IS OVEREENGEKOMEN VASTGESTELD EN WEDERZIJDS AANVAARD.
WAARVAN AKTE;

wil dit zeggen dat de langstlevende zijn rechtmatig deel en dat gene
waar hij vruchtgebruik op heeft naar eigen dunk kan verteren.

[wolf2]

Stel dat ik U het levenslang vruchtgebruik geef over mijn huis.

Dan voorziet de wet dat we, voor U aan de uitoefening van dat VG begint, eerst een beschrijving maken van de staat van het huis (een soort plaatsbeschrijving).

Anderzijds voor roerende goederen zou U met de goederen waar u het VG van heeft er kunnen mee vandoor gaan.

De wet voorziet dus ook dat ik een borg mag vragen van U (als zekerheid).

In bijna alle huwelijkskontrakten wordt de langstlevende vrijgesteld van die verplichtingen en kunnen de blote eigenaars (= de kinderen) noch inventaris, noch borg vragen aan de VG-er (= de langstlevende ouder).

Meer dan dat is het niet.

In art.5 staat TOCHTRECHTEN:
dus de rechten van VG.

Wat de langstlevende verkrijgt in volle eigendom, mag hij/zij opdoen zoals hij wil (behalve schenkingen aan latere erfgenamen; die worden na overlijden deels verrekend).