JuridischForum.be

Hallo,

Wij hebben te maken met volgende situatie.
In februari 2014 werd er een onderhandse overeenkomst opgesteld tot verkoop van de ouderlijke woning aan een van hun kleinkinderen, met name de dochter van mijn broer, met het recht van vruchtgebruik voor mijn ouders tot hun overlijden. Volgens ons gebeurde die verkoop tegen een veel te lage prijs. Mijn vader is twee weken geleden overleden, pas vandaag werden wij door de notaris op de hoogte gesteld van de verkoop. Er is evenwel geen authentieke akte van die verkoop en dus ook geen overschrijving op het hypotheekkantoor.

Daarnaast werd er aan de andere dochter van mijn broer een stuk landbouwgrond verkocht, via een onderhandse overeenkomst en dit de dag voor het overlijden van mijn vader. Volgens ons ook weer tegen een te lage prijs. Ook hier is geen authentieke akte van verleden.

Mijn vraag is of wij iets kunnen doen tegen die verkopen? Kunnen wij die tegenhouden? Hebben wij aanspraak een deel van de prijs conform de marktprijs en niet tegen de volgens ons te lage prijs waarvoor het verkocht is?

Alvast bedankt voor de antwoorden.

Door tekenen van compromis is verkoop definitief gesloten.
Indien verkocht beneden de marktprijs (mogelijke boete registratierechten zal dat uitwijzen) kunt u bij verdeling erfenis compensatie eisen.

Men is al in fout. Ook al is de autentieke akte bij de notaris niet verleden , toch moeten de normale registratierechten betaald worden binnen de 4 maanden na de onertekening van het compromis. Rechten berekend op de normale waarde van het goed voor de volle eigendom.
Uw broer zal misschien akkoord gaan , maar u hoeft dat niet te doen.

“Art.1. Alle akten onder de levenden, om niet of onder bezwarende titel, tot overdracht of aanwijzing van onroerende zakelijke rechten...worden geheel overgeschreven in een daartoe bestemd register, op het kantoor van bewaring der hypotheken van het arrondissement waar de goederen zijn gelegen. Tot dan toe kan men zich op die akten niet beroepen tegen derden die zonder bedrog gecontracteerd hebben...”(16 DECEMBER 1851. - BURGERLIJK WETBOEK. - BOEK III _ TITEL XVIII : Voorrechten en hypotheken. - HYPOTHEEKWET).

Op die onderhandse verkoop tussen ouders en kleinkinderen kunnen de kopers zich tegen u (=derde) niet beroepen.