formalisering van het afzien van inkorting
Geplaatst: 28 mar 2016 17:19
Graag reactie over volgende situatie :
Mevrouw TF, 50 jr gehuwd zonder huwelijkscontract, wonende in Vlaanderen is recent overleden en heeft een testament nagelaten met daarin de toebedeling van haar deel in de gezinswoning aan haar echtgenoot (geen andere onroerende goederen) en met de toekenning van de roerende goederen in volle eigendom ieder voor een derde, aan haar drie kinderen. Er zijn geen voorafgaande schenkingen.
Vermoedelijk is hiermee de reserve van de reservataire erfgenamen (echtgenoot en kinderen) aangetast en zou de benadeelde erfgenaam/erfgenamen inkorting kunnen vragen. De echtgenoot en kinderen willen echter de wil van de overledene respecteren en wensen af te zien van de inkorting.
Kunnen zij dit t.o.v. mekaar gewoon onderhands overeenkomen ?
Kunnen zij dit algemeen formuleren als 'dat zij afzien van de inkorting, indien hun gereserveerd deel door de testamentele bepalingen zou geschonden zijn' (zonder dit in dat document te preciseren, waarderen of verifiëren) ?
Kunnen zij voor de roerende goederen een onderhandse verdelingsakte opstellen waarin zij bepalen hoe 'ieder een derde' concreet wordt toegekend (voor financiële waarden evident/gemakkelijker dan voor de andere roerende goederen) ?
Klopt het dat voor de aangifte van de nalatenschap, de verdeling van het testament bepalend is voor de erfbelasting, en dat een eventuele inkorting (maar hier niet meer ter zake als ze er van af zien) daar los van staat ?
Mevrouw TF, 50 jr gehuwd zonder huwelijkscontract, wonende in Vlaanderen is recent overleden en heeft een testament nagelaten met daarin de toebedeling van haar deel in de gezinswoning aan haar echtgenoot (geen andere onroerende goederen) en met de toekenning van de roerende goederen in volle eigendom ieder voor een derde, aan haar drie kinderen. Er zijn geen voorafgaande schenkingen.
Vermoedelijk is hiermee de reserve van de reservataire erfgenamen (echtgenoot en kinderen) aangetast en zou de benadeelde erfgenaam/erfgenamen inkorting kunnen vragen. De echtgenoot en kinderen willen echter de wil van de overledene respecteren en wensen af te zien van de inkorting.
Kunnen zij dit t.o.v. mekaar gewoon onderhands overeenkomen ?
Kunnen zij dit algemeen formuleren als 'dat zij afzien van de inkorting, indien hun gereserveerd deel door de testamentele bepalingen zou geschonden zijn' (zonder dit in dat document te preciseren, waarderen of verifiëren) ?
Kunnen zij voor de roerende goederen een onderhandse verdelingsakte opstellen waarin zij bepalen hoe 'ieder een derde' concreet wordt toegekend (voor financiële waarden evident/gemakkelijker dan voor de andere roerende goederen) ?
Klopt het dat voor de aangifte van de nalatenschap, de verdeling van het testament bepalend is voor de erfbelasting, en dat een eventuele inkorting (maar hier niet meer ter zake als ze er van af zien) daar los van staat ?