#14 , 01 nov 2016 17:19
Dit is inderdaad een moeilijke vraag gelet op de ongebreidelde, niet te stoppen en steeds in beweging zijnde interpretatiedrang van de Vlaamse tollenaar. Volgens hun tamelijk recente oukaze, hieronder weergegeven, lijkt het er op dat wie door erfenis blote eigenaar is geworden schenkingsrechten zal moeten betalen op de schenking van het vruchtgebruik.
"Vervreemding vruchtgebruik onder de voorwaarden van artt. 2.8.6.0.1, 1ste lid, 1° of 2.9.6.0.1, 1ste lid, 3° VCF
Standpunt nr. 15171 dd. 21.12.2015
Artt. 2.8.6.0.1, 1ste lid, 1° en 2.9.6.0.1, 1ste lid, 3° VCF
Indien het vruchtgebruik wordt overgedragen aan de blote eigenaar, waarbij de belasting door de blote eigenaar of door zijn rechtsvoorganger reeds op de volle eigendom is voldaan, voorziet de VCF dat de overdracht van het vruchtgebruik is vrijgesteld van de schenkbelasting (art. 2.8.6.0.1, 1ste lid, 1°) of van het verkooprecht (art. 2.9.6.0.1, 1ste lid, 3°), naar gelang van het geval.
In het geval van een schenking van het vruchtgebruik aan de blote eigenaar, kan de vrijstelling van artikel 2.8.6.0.1, 1ste lid, 1° VCF eveneens worden toegepast als, op het ogenblik van de schenking van de blote eigendom, de schenkbelasting op de volle eigendom is voldaan door de schenker, op grond van een conventioneel beding in de schenkingsakte waarbij de schenker de schenkbelasting ten laste heeft genomen. Dit conventioneel beding belet immers niet dat de begiftigde, wettelijk gezien, de belastingplichtige is voor de betaling van de schenkbelasting
---------
- publicatie op 11.01.2016"
Het desbetreffend artikel luidt:
"Artikel 2.8.6.0.1. (01/01/2015- ...)
Er wordt een vrijstelling van de schenkbelasting verleend voor :
1° de overeenkomsten houdende schenking van vruchtgebruik aan de blote eigenaar, als de schenkbelasting of de erfbelasting of een soortgelijk recht door de blote eigenaar of door een vorige blote eigenaar, zijn rechtsvoorganger, op de waarde van de volle eigendom is voldaan;
2° de overeenkomsten houdende schenking van onroerende goederen die in het buitenland liggen;
3° op voorwaarde van wederkerigheid, de akten houdende schenking aan vreemde staten van onroerende goederen die bestemd zijn tot vestiging van hun diplomatieke of consulaire vertegenwoordiging in België, of voor de woning van het hoofd van de standplaats;
4° de akten houdende schenking van onroerende goederen als vermeld in artikel 2.8.4.1.1, § 1, voor zover die schenking plaatsvindt met het oog op de realisatie van een brownfieldproject dat het voorwerp uitmaakt of zal uitmaken van een bownfieldconvenant als vermeld in het decreet van 30 maart 2007 betreffende de Brownfieldconvenanten.
De vrijstelling, vermeld in het eerste lid, 4°, wordt alleen verleend als bij de aan de formaliteit van de registratie onderworpen akte of verklaring over de overeenkomst een attest is gevoegd waarin wordt bevestigd dat de schenking plaatsvindt met het oog op de realisatie van een brownfieldproject dat het voorwerp uitmaakt of zal uitmaken van een brownfieldconvenant, en dat de onroerende goederen waarvoor de vrijstelling wordt gevraagd, deel uitmaken van dat brownfieldproject. De Vlaamse Regering bepaalt de nadere regels voor de vormgeving van dat attest.
Als de overeenkomst, vermeld in het eerste lid, 4°, ook andere onroerende goederen omvat dan de onroerende goederen, vermeld in het tweede lid, moet de verkoopwaarde van elk van de onderscheiden categorieën van onroerende goederen worden opgegeven in een aanvullende verklaring als vermeld in artikel 3.13.1.2.1, eerste lid.
De schenkbelasting is alsnog verschuldigd door de verkrijger van de onroerende goederen, vermeld in het eerste lid, 4°, als binnen de periode, vermeld in artikel 5 van het decreet van 30 maart 2007 betreffende de Brownfieldconvenanten, geen brownfieldconvenant voor het project wordt gesloten, of als het brownfieldproject niet tijdig wordt gestart of gerealiseerd conform de voorwaarden, vermeld in het brownfieldconvenant. De schenkbelasting wordt opeisbaar vanaf de kennisgeving aan het bevoegde personeelslid van het niet langer vervuld zijn van de voorwaarden voor het behoud van de vrijstelling. De Vlaamse Regering bepaalt de nadere regels voor die kennisgeving."
"Politici verkiezen echter liever de bedenkelijke heldenstatus van betweter te belichamen tegenover die van de minus habens." (Victor Dauginet in "Het belaste land", pagina 72)