Beste forumleden,
We weten niet goed waar we met volgende vraag terecht kunnen, vandaar dat we op dit forum terecht zijn gekomen.
Graag hadden wij gevraagd om een inlichting inzake een woning die momenteel verkocht wordt als cohouseproject, maar waarover de gemeente een andere mening heeft. Wij zijn twee jonge gezinnen, die er na enkele jaren in de stad van dromen om te gaan cohousen in ons geboortedorp.
De woning waarvan sprake was oorspronkelijk een eengezinswoning die dateert van 1976. Twee jaar vroeger werd de verkaveling goedgekeurd.
In 1990 werd een bouwaanvraag goedgekeurd voor ‘de verbouwing van de eengezinswoning’. Er werd toen een verdieping boven op de bestaande woning gezet en er werd een aparte toegang voor die verdieping voorzien. Sindsdien is de woning bewoond door twee gezinnen en zijn er ook twee huisnummers in gebruik, zijnde nrs. 91 en 91a.
Zowel op het kadasteruittreksel als op het kadasterplan werd het perceel opgesplitst in nrs. 432b en 432c. Waarbij die laatste maar een heel kleine oppervlakte van het betreffende perceel omvat. (+- 10m2)
De eigenaars van deze woning(en) bieden het pand nu te koop aan als zijnde co-houseproject. Nadat we informatie hebben ingewonnen bij de gemeente geeft deze een negatief advies voor het behoud van twee verschillende huisnummers met volgende argumentatie:
“De woning maakt deel uit van verkaveling 150/114 die als bestemming ‘eengezinswoningen’ heeft. Nu het pand wordt verkocht, is er naar potentiële kopers steeds gecommuniceerd dat hier – conform de verkavelingsvoorschriften en de bebouwing in de omgeving (grote percelen met eengezinswoningen) enkel een eengezinswoning (eventueel kangoeroe- of zorgwoning) mogelijk is. Rekening houdend met de verkavelingsvoorschriften, de bebouwing in de onmiddellijke omgeving en communicatie naar eerdere geïnteresseerden, werd uw vraag negatief beoordeeld.”
Wanneer de splitsing van het perceel werd doorgevoerd is ons momenteel niet duidelijk, maar vermoedelijk omstreeks 1990, toen de tweede woning werd bijgebouwd en in gebruik werd genomen door een huurder. De gelijkvloerse woning is steeds in gebruik gebleven van de eigenaars.
Naar ons gevoel staat de gemeente niet persé weigerachtig tov een cohouseproject op deze locatie, maar willen ze voorkomen dat er een precedent wordt geschept voor elders in de gemeente. Onze vraag is dus of er een juridische grond is obv welke we kunnen beargumenteren dat 1) het behoud van beide huisnummers wel degelijk voldoet aan de regelgeving en dus niet zomaar kan worden herroepen OF 2) dat de splitsing van de woning in twee entiteiten een uitzondering vormt, zodat geen precedent wordt geschept. Hierbij rekening houdende met:
- De woning werd in 1990 verbouwd als eengezinswoning maar op de plannen gaat het duidelijk om twee entiteiten;
- Er worden sinds 1990 ook twee huisnummers gehanteerd;
- Er zijn effectief twee kadastrale percelen, waarvoor ook al jaren een ‘dubbel’ K.I. wordt betaald (2.952 €totaal);
- Totale perceelsoppervlakte is 3.228m2;
- Er zijn intussen meer dan 30 jaar verstreken.
- De verkavelingsvoorschriften dateren van 1974.
- Het perceel valt net buiten de dorpskern, het grootste deel van de woonwijk bevindt zich wel binnen de dorpskern (de gemeente staat achter cohousingprojecten binnen de dorpskern, maar wenst het ruimtelijk rendement buiten deze dorpskern niet te verhogen).
We hopen dat jullie ons hiermee kunnen verder helpen. Wij zijn al lang op zoek naar een gelegenheid om te cohousen in ons ‘thuisdorp’, maar de kansen zijn dun gezaaid, daarom willen we deze ook niet zomaar laten schieten zonder alles te hebben geprobeerd.
Alvast bedankt om mee te willen denken!
Met vriendelijke groeten,
Bert09