#2 , 06 jun 2008 10:17
“Art.7.§ 1. Iedereen die zijn hoofdverblijfplaats wil vestigen in een gemeente van het Rijk of deze wil overbrengen naar een andere gemeente van het Rijk moet dit aangeven aan het gemeentebestuur van de gemeente waar hij zich komt vestigen...§ 4. De aangifte bedoeld in § 1 moet binnen acht werkdagen gebeuren nadat de nieuwe woning EFFECTIEF betrokken werd...Art.16.§ 1. De bepaling van de hoofdverblijfplaats is gebaseerd op een FEITELIJKE situatie, dat wil zeggen de vaststelling van een effectief verblijf in een gemeente gedurende het grootste deel van het jaar.Deze vaststelling gebeurt op basis van verschillende elementen, met name de plaats waarheen de betrokkene gaat NA zijn beroepsbezigheden, de plaats waar de kinderen naar school gaan, de arbeidsplaats, het energieverbruik en de telefoonkosten, het gewone verblijf van de echtgenoot of van andere leden van het huishouden.…”(16 JULI 1992. - Koninklijk besluit betreffende de bevolkingsregisters en het vreemdelingenregister)
“Art.7.De overtredingen van de voorgaande artikelen, van de besluiten tot uitvoering ervan en van de in artikel 5 bedoelde gemeentelijke verordeningen worden gestraft met een geldboete en zesentwintig tot vijfhonderd (euro)...”(19 JULI 1991. - Wet betreffende de bevolkingsregisters en de identiteitskaarten en tot wijziging van de wet van 8 augustus 1983 tot regeling van een Rijksregister van de natuurlijke personen).
Breng uw domicilie onverwijld in overeenstemming met voornoemde bepalingen.Vermits de bepaling van de hoofdverblijfplaats is gebaseerd op een FEITELIJKE situatie,is deze niet afhankelijk van ‘daar schriftelijke toestemming moet voor geven’
Ik ga ervan uit dat ‘een door mij gebouwd huis‘ opgericht werd op uw EIGEN grond en dat daarna door VERKOOP ‘Dit huis ... op haar naam gezet (werd)’.
“Art.496.Hij die, met het oogmerk om zich een zaak toe te eigenen die aan een ander toebehoort, zich gelden...doet afgeven of leveren, hetzij door het gebruik maken van...valse hoedanigheden...wordt gestraft met gevangenisstraf van een maand tot vijf jaar en met geldboete van zesentwintig frank tot drieduizend frank...”(Strafwetboek)
‘vroeg ze me om mijn adres op het andere gebouw te zetten...Dit om zeker te zijn dat ze haar uitkering kon behouden (ze was toen 52) maar we bleven wel samen wonen in de woning op haar naam.’ houdt in dat haar hoedanigheid van alleenstaande VALS was,inzake werkloosheidsuitkering(art.114,115 Werkloosheidsbesluit 25 november 1991) en ziekteuitkering(art.226 KB G.V.U. 3 juli 1996).
Uit ‘Kan haar zus me nu mijn woonst ontnemen‘ leid ik af dat u geen kinderen hebt.
“Art.745octies.§ 1. De langstlevende wettelijk samenwonende verkrijgt, met welke erfgenamen hij ook tot de nalatenschap komt, het vruchtgebruik van het onroerend goed dat tijdens het samenwonen het gezin tot gemeenschappelijke verblijfplaats diende en van het daarin aanwezige huisraad...§ 3. De regels inzake het vruchtgebruik van de langstlevende echtgenoot die zijn opgenomen in de artikelen 745quater tot 745septies zijn van overeenkomstige toepassing op het vruchtgebruik van de langstlevende wettelijk samenwonende.”(B.W.=Burgerlijk Wetboek).
Het volstaat dus de domiciliering te herstellen zoals ze naar waarheid FEITELIJK altijd was.‘Ik heb wél een geschreven en getekende verklaring van mijn vriendin dat bij haar overlijden ik het vruchtgebruik heb’ kan als een testament beschouwd worden INDIEN aan de vormvereisten van art.970 B.W. is voldaan.
Op het vruchtgebruik dat u erft dient u successierechten te betalen.