Verzachtende omstandigheden?
Dit is altijd mogelijk. De jeugdige leeftijd van de dader, het feit dat zij nog nooit met het gerecht in aanraking is gekomen, het grote verdriet dat zij leidt door de scheiding van haar ouders (art. 71, zoals Franciscus al aanhaalde), de vrijwillige teruggave van de gestolen goederen, ...
ontbreken van moreel element (niet wetens en willens)? ...?
Moreel element ontbreekt sowieso niet. Meisje wou inbreken om wraak te nemen op haar moeder en stal spullen van de moeder, én ook spullen van haar nieuwe vriend. Het meisje handelde dus wetens en willens. T.a.v. de moeder zal er inderdaad een vervolginsbeletsel zijn wegens de bloedverwantschap, maar t.a.v. de nieuwe vriend zal het diefstal met braak zijn. Feitelijke dwaling heeft hier geen uitstaans, en kan dus ook niet ingeroepen worden.
Naargelang de leeftijd en de waarde van de gestolen voorwerpen zal de rechter echter waarschijnlijk wel mild zijn, door de jeugdige leeftijd, het verdriet, nog nooit in aanraking met gerecht geweest zijnde, de vrijwillige teruggave, ... Hierdoor zal de rechter het waarschijnlijk op een berisping houden. Indien natuurlijk dit meisje reeds winkeldiefstallen pleegde, ander diefstallen, ... zal de rechter strenger zijn en is de kans groter dat zij geplaatst zal worden in een jeugdinstelling (ultimum remedum!!).
De enige manier om haar te verdedigen is mijn inziens verzachtende omstandigheden vragen... (Ervaringsdeskundigen, verbeter mij uiteraard indien het niet zo is, ben nog maar student rechten.)
Succes!
Cedric