Helaas voor iedereen die te maken krijgt met laster, eerroof, belediging, belaging, stalking, via het INTERNET = sinds niet zo lang wordt het gebruik van internet (namelijk: "een digitaal procédé") door het Hof van Cassatie gelijkgesteld met een 'drukpers' en wordt dit een misdrijf aanzien als gepleegd met een drukpers, wat dus altijd voor het Hof van Assisen moet worden berecht, voor een volksjury... !
Helaas is dit een zodanig kostelijke procedure, en tijd- en geld verslindende dat geen enkel parket of raadkamer dergelijk misdrijf ook effectief zal doorsturen naar het Hof van Assisen...
De parketten die dergelijke misdrijven eerst naar de correctionele rechtbanken brengen, en áls de rechter zich dan niet onbevoegd verklaard en de zaak effectief ook 'vonnist met een veroordeling', nemen het risico dat bij elk beroep uiteindelijk de beklaagde voor het Hof van Cassatie ALTIJD zal worden vrijgesproken... zonder twijfel.
Het is dus beter om geen strafzaak te starten aangezien deze uiteindelijk voor Cassatie komt en elke veroordeling daar zal worden vernietigd. Het is beter direct naar de burgerlijke rechtbank te gaan (niet strafrechterlijk dus!) en daar schadevergoeding te eisen op basis van
Artikel 1382 BW
“Elke daad van de mens waardoor aan een ander schade wordt veroorzaakt, verplicht degene door wiens schuld de schade is ontstaan, deze te vergoeden.”
en
Artikel 1383 BW
“Ieder is aansprakelijk niet alleen voor de schade welke hij door zijn daad, maar ook voor die welke hij door zijn nalatigheid of door zijn onvoorzichtigheid heeft veroorzaakt.”
De artikelen 1382 en 1383 van het burgerlijk wetboek bepalen dat hij die door zijn fout, nalatigheid of onvoorzichtigheid aan een ander schade veroorzaakt heeft , die schade moet vergoeden. Het is noodzakelijk dat er een oorzakelijk verband bestaat tussen deze fout, nalatigheid of onvoorzichtigheid, en de toegebrachte of veroorzaakte schade.
Je kan een bedrag eisen voor de morele schade en een dwangsom per dag dat bepaalde artikelen die schade toebrengen online blijven staan.
Een rechter kan niet preventief handelen t.a.v. een intentie van publicatie, maar eenmaal gepubliceerd kan de BURGERLIJKE rechter wel oordelen dat het artikel schade toebrengt en bijgevolg dat dit dan van de website moet worden gehaald.
Dus : vorderen via burgerlijke rechtbank en absoluut het pad van de strafklacht, klachtmisdrijf of strafrechtbank vermijden, want kostelijk tijdverlies en je burgerlijke partijstelling voor deze strafrechtbank riskeert te worden gehypothekeerd.
PS : Er is 1 uitzondering, wettelijk geregeld: racistische uitlatingen op het internet worden wél voor de correctionele rechtbank beslecht, ipv van voor het Hof van Assissen.
Volgend artikel geeft meer info:
http://www.vlaamsenieuwsmedia.be/kennis ... p-internet" onclick="window.open(this.href);return false;
Vlaamse Nieuwsmedia » Kenniscentrum » Newsletter » Hof van Cassatie verklaart artikel 25 G.W. van toepassing op internet
Hof van Cassatie verklaart artikel 25 G.W. van toepassing op internet
Door Sandrien MAMPAEY, Legal & Administration Manager van Vlaamse Nieuwsmedia
Dient een strafbare mening die wordt verspreid via het internet aan hetzelfde regime als dat van de traditionele (druk)pers te worden onderworpen? Ja, luidt het antwoord.
De rechtspraak, met uitzondering van het Hof van Cassatie, was hier al geruime tijd van overtuigd. Uit een evaluatie van tien jaar rechtspraak (1999 2009) bleek immers dat de lagere hoven en rechtbanken quasi unaniem van oordeel zijn dat meningen die via het internet worden verspreid, dienen te worden beschouwd als geschriften en een drukpersmisdrijf uitmaken, hoewel ze stricto sensu niet werden gedrukt door middel van de drukpers.
Het Hof van Cassatie heeft nu middels twee recente arresten de laatste twijfel weggenomen door te oordelen dat websites, blogs en internetfora voortaan dienen te worden beschouwd als drukpers.
Het middel dat ervan uitgaat dat enkel de vermenigvuldiging en verspreiding van een strafbare meningsuiting door gedrukte geschriften een drukpersmisdrijf kan opleveren, faalt naar recht, aldus het Hof van Cassatie in haar arrest van 6 maart 2012. In een tweede arrest van dezelfde datum verduidelijkt het Hof dat een drukpersmisdrijf een strafbare meningsuiting vereist in een tekst die vermenigvuldigd is door een drukpers of een gelijkaardig procedé. Volgens het Hof vormt een digitale verspreiding een dergelijk gelijkaardig procedé.
Het Hof verduidelijkt verder nog dat de door het drukpersmisdrijf vereiste strafbare meningsuiting in de betekenis die de Grondwet aan die uitdrukking hecht, elke mening of opinie is. Het is niet noodzakelijk dat deze mening enige maatschappelijke relevantie of gewicht heeft. Het Hof herbevestigt zodoende haar eerdere rechtspraak dat een simpele belediging of een persoonlijke discussie hier dus ook onder valt.
De gevolgen van deze arresten zijn niet gering. De gelijkstelling van elektronische geschriften met papieren geschriften doet vragen rijzen naar de toepasselijkheid van de regel van de getrapte verantwoordelijkheid op het internet en de bevoegdheden van het Hof van Assisen inzake (druk)persmisdrijven.
De arresten van het Hof van Cassatie vindt u hier en hier.
Meer info vindt u hier: S. MAMPAEY, E. WERKERS, “Drukpersmisdrijven in de digitale informatiemaatschappij: tijd om te bezinnen over de toekomst van art. 25 G.W.”, A&M 2010/2, 150-165.