#3 , 04 mei 2010 10:20
“Art.398.Hij die opzettelijk verwondingen of slagen toebrengt, wordt gestraft met gevangenisstraf van acht dagen tot zes maanden en met geldboete van zesentwintig frank tot honderd frank of met een van die straffen alleen...”(Sw.=Strafwetboek).
‘Toen die persoon mijn broer op het achterhoofd sloeg, heeft mijn broer gereageerd en die persoon teruggeslaan’ houdt in dat BEIDEN ‘opzettelijk slagen toebrachten’ en een wanbedrijf pleegden.
“Art.416.Er is noch misdaad, noch wanbedrijf, wanneer de doodslag, de verwondingen en de slagen geboden zijn door de ogenblikkelijke noodzaak van de wettige verdediging van zich zelf of van een ander.”(Sw.).
Zie zo nodig ook :ONGENA,T.,Over de noodzakelijkheid van de wettige verdediging,R.W.2002-03,1387-1389,noot onder Antwerpen 13 september 2001(O.M. t. P.).
Als één van beide slachtoffers klacht indient KAN de procureur des Konings strafvordering instellen zo lang er geen verjaring is van het wanbedrijf,dit is vijf jaren na de dag waarop het wanbedrijf is gepleegd,krachtens art.21 Voorafgaande Titel Wetboek van Strafvordering
Ga naar Belgische wetgeving in JUSTEL-databanken van Belgisch Staatsblad. Klik voor WetBOEKEN achter ’Juridische aard’. Op afkondigingsdatum vindt u de overige akten. Inzake FEDERALE fiscale wetgeving zie http://www.fisconetplus.be/