#3 , 28 mei 2010 23:19
"Krachtens artikel 27, eerste lid, 2° kunnen de politiediensten bij het vervullen van hun opdrachten van bestuurlijke politie, bij ernstig of nakend gevaar voor rampen, onheil of schadegevallen of wanneer het leven of de lichamelijke integriteit van personen ernstig wordt bedreigd, zowel 's
nachts als overdag gebouwen, bijgebouwen en vervoermiddelen doorzoeken wanneer het aan de politie op die plaats gemelde gevaar op geen andere wijze kan worden afgewend en de persoon die het werkelijk genot heeft van een niet voor het publiek toegankelijke plaats niet geschikt
kan worden bereikt.
[...]
In de rechtsleer is onder meer sprake van ernstige feiten, gehuil, een vechtpartij of schoten die gemeld worden door buren of wanneer een alarminstallatie in werking treedt (G.L. BOURDOUX, E. DE RAEDT, M. DE MESMAEKER, A. LINERS en H. BERKMOES, De Wet op het Politieambt,
Brussel, Politeia, 2008, 407).
[...]
Artikel 27 WPA behelst een bevoegdheid van bestuurlijke politie waarvan de finaliteit de bescherming van personen, het nagaan of een persoon zich in nood bevindt en desgevallend hulpverlening is. De finaliteit is niet het opsporen van misdrijven. Wanneer natuurlijk n.a.v. deze bestuurlijke politiebevoegdheid een misdrijf wordt ontdekt dan zijn deze vaststellingen geldig en kunnen vervolgens alle verdere noodzakelijke bevoegdheden van gerechtelijke politie worden uitgeoefend (G.L. BOURDOUX, E. DE RAEDT, M. DE MESMAEKER, A. LINERS en H. BERKMOES, De Wet op het Politieambt, Brussel, Politeia, 2008, 409-410)."
X., De betredingsbevoegdheid van de politie in art. 27 wet politieambt en de stilzwijgende oproep, T.Strafr. 2009, afl. 6, 322-323