#5 , 19 jul 2010 17:48
"Artikel 442bis Strafwetboek stelt strafbaar hij die een persoon heeft belaagd terwijl hij wist of had moeten weten dat hij door zijn gedrag de rust van die bewuste persoon ernstig zou verstoren en bestraft aldus degene die door niet-aflatende of steeds terugkerende gedragingen iemands persoonlijke levenssfeer ernstig aantast door hem op irritante wijze lastig te vallen, daar waar hij dit gevolg van zijn gedrag kende of had moeten kennen." (Cass. (2e k.) AR P.09.1060.N, 24 november 2009 (J.P. / F.J.E.S., P.A.W.H.F. e.a.))
"De feitenrechter die een uitspraak moet doen over de vervolging wegens pesterijen, moet in feite beoordelen of er werkelijk een inbreuk werd gemaakt op de rust van het slachtoffer, of deze inbreuk ernstig was, of er een oorzakelijk verband bestaat tussen deze gedraging en de genoemde inbreuk en of de dader kennis had of moest hebben van de gevolgen van zijn gedraging. Het is echter het Hof van Cassatie dat moet nagaan of de rechter uit de feiten die hij heeft vastgesteld, heeft kunnen afleiden dat dit gedrag voortdurend of herhaaldelijk plaatsvond.
Uit de vaststelling dat de verdachte, binnen een context van extreme spanning die sinds enige tijd bestond tussen de betrokkenen, ofschoon hij op de hoogte was van een beschikking in kort geding houdende de regeling van het bijkomende verblijf van het slachtoffer bij de moeder in zijn afwezigheid, tot twee maal toe geclaxonneerd heeft ter attentie van de dochter van zijn partner die te voet op de openbare weg liep, kunnen de beroepsrechters niet afleiden dat dit gedrag terugkerend was en hebben zij dus artikel 442bis Sw. geschonden." (Cass. (2e k.) AR P.06.1415.F, 21 februari 2007 (J.C., W., G.) )
Een andere mogelijkheid is art. 145, §3bis Wet betreffende de elektronische communicatie:
"Met een geldboete van 50 EUR tot 300 EUR en met een gevangenisstraf van vijftien dagen tot twee jaar of met één van die straffen alleen worden gestraft de persoon, die een elektronische-communicatienetwerk of -dienst of andere elektronische communicatiemiddelen gebruikt om overlast te veroorzaken aan zijn correspondent of schade te berokkenen alsook de persoon die welk toestel dan ook opstelt dat bestemd is om de voorgaande inbreuk te begaan, alsook een poging om deze te begaan."
"Artikel 145 § 3bis van de Wet van 13 juni 2005 kan evenwel ook worden toegepast wanneer aan deze voorwaarden niet is voldaan. Er wordt immers niet vereist dat het gebruik van het telecommunicatiemiddel een belagend karakter heeft, noch dat de rust van de correspondent van de persoon daadwerkelijk wordt verstoord." (DE HERT, P., MILLEN, J., GROENEN, A., Het delict belaging in wetgeving en rechtspraak. Bijna tot redelijke proporties gebracht T.Strafr. 2008, afl. 1, 3-10.)