#20 , 17 nov 2016 22:05
De vermoedelijke artikels
Strafvordering
Art. 61bis. <ingevoegd bij W 1998-03-12/39, art. 12; Inwerkingtreding : 1998-10-02> De onderzoeksrechter gaat over tot de inverdenkingstelling van elke persoon tegen wie ernstige aanwijzingen van schuld bestaan. Deze inverdenkingstelling vindt plaats ter gelegenheid van een verhoor of door kennisgeving aan de betrokkene.
Dezelfde rechten als de inverdenkinggestelde geniet eenieder tegen wie de strafvordering wordt ingesteld in het kader van een gerechtelijk onderzoek.
AFDELING IIbis. - Valsheid in informatica. <ingevoegd bij W 2000-11-28/34, art. 4; Inwerkingtreding : 13-02-2001>
Art. 210bis. <ingevoegd bij W 2000-11-28/34, art. 4; Inwerkingtreding : 13-02-2001> § 1. Hij die valsheid pleegt, door gegevens die worden opgeslagen, verwerkt of overgedragen door middel van een informaticasysteem, in te voeren in een informaticasysteem, te wijzigen, te wissen of met enig ander technologisch middel de mogelijke aanwending van gegevens in een informaticasysteem te veranderen, waardoor de juridische draagwijdte van dergelijke gegevens verandert, wordt gestraft met gevangenisstraf van zes maanden tot vijf jaar en met geldboete van zesentwintig [euro] tot honderdduizend [euro] of met een van die straffen alleen. <W 2000-06-26/42, art. 2, Inwerkingtreding : 01-01-2002>
§ 2. Hij die, terwijl hij weet dat aldus verkregen gegevens vals zijn, hiervan gebruik maakt, wordt gestraft alsof hij de dader van de valsheid was.
§ 3. Poging tot het plegen van het misdrijf, bedoeld in § 1, wordt gestraft met gevangenisstraf van zes maanden tot drie jaar en met geldboete van zesentwintig [euro] tot vijftigduizend [euro] of met een van die straffen alleen. <W 2000-06-26/42, art. 2, Inwerkingtreding : 01-01-2002>
§ 4. De straffen bepaald in de §§ 1 tot 3 worden verdubbeld indien een overtreding van een van die bepalingen wordt begaan binnen vijf jaar na de uitspraak houdende veroordeling wegens een van die strafbare feiten of wegens een van de strafbare feiten bedoeld in de artikelen 259bis, 314bis,
504quater of in titel IXbis.
.../...
AFDELING IIIbis. - Informaticabedrog. <ingevoegd bij W 2000-11-28/34, art. 5; Inwerkingtreding : 13-02-2001>
Art. 504quater. § 1. (Hij die, met bedrieglijk opzet, beoogt een onrechtmatig economisch voordeel voor zichzelf of voor een ander te verwerven), door gegevens die worden opgeslagen, verwerkt of overgedragen door middel van een informaticasysteem, in een informaticasysteem in te voeren, te wijzigen, te wissen of met enig ander technologisch middel (de normale aanwending) van gegevens in een informaticasysteem te veranderen, wordt gestraft met gevangenisstraf van zes maanden tot vijf jaar en met geldboete van zesentwintig [euro] tot honderdduizend [euro] of met een van die straffen alleen. <W 2000-06-26/42, art. 2, Inwerkingtreding : 01-01-2002> <W 2006-05-15/46, art. 4, 059; Inwerkingtreding : 22-09-2006>
§ 2. Poging tot het plegen van het misdrijf bedoeld in § 1 wordt gestraft met gevangenisstraf van zes maanden tot drie jaar en met geldboete van zesentwintig [euro] tot vijftigduizend [euro], of met een van die straffen alleen. <W 2000-06-26/42, art. 2, Inwerkingtreding : 01-01-2002>
§ 3. De straffen bepaald in de §§ 1 en 2 worden verdubbeld indien een overtreding van een van die bepalingen wordt begaan binnen vijf jaar na de uitspraak houdende veroordeling wegens een van die strafbare feiten of wegens een van de strafbare feiten bedoeld in de artikelen 210bis, 259bis, 314bis of in titel IXbis.
AFDELING IV. - (Heling en andere verrichtingen met betrekking tot zaken die uit een misdrijf voortkomen.) <W 1990-07-17/30, art. 4, 004; Inwerkingtreding : 25-08-1990>
Art. 505.<L 1995-04-07/57, art. 7, 004; Inwerkingtreding : 20-05-1995 Met gevangenisstraf van vijftien dagen tot vijf jaar en met geldboete van zesentwintig [euro] tot honderdduizend [euro] of met een van die straffen alleen worden gestraft : <W 2000-06-26/42, art. 2, Inwerkingtreding : 01-01-2002>
1° zij die weggenomen, verduisterde of door misdaad of wanbedrijf verkregen zaken of een gedeelte ervan helen;
2° (zij die zaken bedoeld in artikel 42, 3°, kopen, ruilen of om niet ontvangen, bezitten, bewaren of beheren, ofschoon zij op het ogenblik van de aanvang van deze handelingen, de oorsprong van die zaken kenden of moesten kennen;) <W 2007-05-10/63, art. 2, 071; Inwerkingtreding : 01-09-2007>
3° zij die de zaken, bedoeld in artikel 42, 3°, (omzetten of overdragen) met de bedoeling de illegale herkomst ervan te verbergen of te verdoezelen of een persoon die betrokken is bij een misdrijf waaruit deze zaken voortkomen, te helpen ontkomen aan de rechtsgevolgen van zijn daden; <W 2007-05-10/63, art. 2, 071; Inwerkingtreding : 01-09-2007>
4° (zij die de aard, oorsprong, vindplaats, vervreemding, verplaatsing of eigendom van de in artikel 42, 3°, bedoelde zaken verhelen of verhullen, ofschoon zij op het ogenblik van de aanvang van deze handelingen de oorsprong van die zaken kenden of moesten kennen.) <W 2007-05-10/63, art. 2, 071; Inwerkingtreding : 01-09-2007>
(De in het eerste lid, 3° en 4°, genoemde misdrijven bestaan, indien de dader ervan ook dader, mededader van of medeplichtige is aan het misdrijf waaruit de zaken genoemd in artikel 42, 3°, voortkomen. De in het eerste lid, 1° en 2°, genoemde misdrijven bestaan, ook indien de dader ervan eveneens de dader, mededader van of medeplichtige is aan het misdrijf waaruit de zaken genoemd in artikel 42, 3°, voortkomen, wanneer dit misdrijf in het buitenland is gepleegd en in België niet kan worden vervolgd.) <W 2007-05-10/63, art. 2, 071; Inwerkingtreding : 01-09-2007>
(Behalve ten aanzien van de dader, de mededader en de medeplichtige van het misdrijf dat de zaken bedoeld in artikel 42, 3°, heeft opgeleverd, hebben op fiscaal vlak de misdrijven bedoeld in het eerste lid, 2° en 4°, uitsluitend betrekking op feiten gepleegd in het raam [1 van ernstige fiscale fraude, al dan niet georganiseerd]1.
De in de artikelen 2, 2bis en 2ter van de wet van 11 januari 1993 tot voorkoming van het gebruik van het financiële stelsel voor het witwassen van geld en de financiering van terrorisme beoogde instellingen en personen kunnen zich op het vorige lid beroepen voor zover zij zich, ten aanzien van de beoogde feiten, hebben geconformeerd aan de voorziene verplichting van [1 artikel 28]1 van de wet van 11 januari 1993 die de wijze van informatieverstrekking aan de Cel voor financiële informatieverwerking regelt.) <W 2007-05-10/63, art. 2, 071; Inwerkingtreding : 01-09-2007>
De zaken bedoeld (in het eerste lid, 1°) van dit artikel maken het voorwerp uit van (het misdrijf dat gedekt is door deze bepaling), in de zin van artikel 42, 1°, en zij worden verbeurdverklaard, ook indien zij geen eigendom zijn van de veroordeelde, zonder dat (deze straf) nochtans de rechten van derden op de goederen die het voorwerp kunnen uitmaken van de verbeurd verklaring, schaadt. <W 2007-05-10/63, art. 2, 071; Inwerkingtreding : 01-09-2007>
(De in het eerste lid, 3° en 4°, bedoelde zaken zijn het voorwerp van de door deze bepalingen bedoelde misdrijven in de zin van artikel 42, 1°, en worden verbeurd verklaard ten aanzien van alle daders, mededaders of medeplichtigen van die misdrijven, ook al heeft de veroordeelde die zaken niet in eigendom. Die straf mag evenwel geen schade berokkenen aan de rechten die derden op de voor verbeurdverklaring vatbare goederen kunnen doen gelden. Zo die zaken niet in het vermogen van de veroordeelde kunnen worden aangetroffen, gaat de rechter over tot een raming van de geldwaarde ervan en heeft de verbeurdverklaring betrekking op een daarmee overeenstemmend geldbedrag. In dat geval kan de rechter dat bedrag evenwel verminderen teneinde de veroordeelde geen onredelijk zware straf op te leggen.
De in het eerste lid, 2°, bedoelde zaken zijn het voorwerp van het door deze bepaling bedoeld misdrijf in de zin van artikel 42, 1°, en worden verbeurd verklaard ten aanzien van alle daders, mededaders of medeplichtigen van die misdrijven, ook al heeft de veroordeelde die zaken niet in bezit. Daarbij mag die straf geen schade berokkenen aan de rechten die derden op de voor verbeurdverklaring vatbare goederen kunnen doen gelden. Zo die zaken niet in het vermogen van de veroordeelde kunnen worden aangetroffen, gaat de rechter over tot een raming van de geldwaarde ervan en heeft de verbeurdverklaring betrekking op een geldbedrag dat in verhouding staat tot de mate waarin de veroordeelde bij het misdrijf betrokken was.) <W 2007-05-10/63, art. 2, 071; Inwerkingtreding : 01-09-2007>
Poging tot een van de misdrijven bedoeld in 2°, 3° en 4° van dit artikel wordt bestraft met gevangenisstraf van acht dagen tot drie jaar en met geldboete van zesentwintig [euro] tot vijftigduizend [euro] of met een van die straffen alleen. <W 2000-06-26/42, art. 2, Inwerkingtreding : 01-01-2002>
De personen die krachtens deze bepalingen worden gestraft, kunnen bovendien veroordeeld worden tot ontzetting, overeenkomstig artikel 33.
----------
(1)<W 2013-07-15/02, art. 15, 094; Inwerkingtreding : 29-07-2013>
Art. 505bis. <ingevoegd bij W 2005-08-10/62, art. 7 ; Inwerkingtreding : 02-09-2005> Zij die weggenomen, verduisterde of door de misdaad of het wanbedrijf bedoeld in artikel 433 verkregen zaken of een gedeelte ervan helen, worden gestraft met de straffen bepaald in artikel 505, eerste lid, waarbij de minimumstraf in het geval van gevangenisstraf wordt verhoogd tot drie maanden en in het geval van geldboete tot duizend euro.
Art. 506. <W 2003-01-23/42, art. 81, 041; Inwerkingtreding : 13-03-2003> Ingeval de straf, toepasselijk op de daders van de misdaad, levenslange opsluiting of opsluiting van twintig jaar tot dertig jaar is, worden (de in de artikelen 505 en 505bis bedoelde helers) veroordeeld tot opsluiting van vijf jaar tot tien jaar indien bevonden wordt dat zij ten tijde van de heling kennis droegen van de omstandigheden waaraan de wet levenslange opsluiting of opsluiting van twintig jaar tot dertig jaar verbindt. <W 2005-08-10/62, art. 8, 054 ; Inwerkingtreding : 02-09-2005>
.../...
TITEL IXbis. - Misdrijven tegen de vertrouwelijkheid, integriteit en beschikbaarheid van informaticasystemen en van de gegevens die door middel daarvan worden opgeslagen, verwerkt of overgedragen. <ingevoegd bij W 2000-11-28/34, art. 6; Inwerkingtreding : 13-02-2001>
Art. 550bis. <ingevoegd bij W 2000-11-28/34, art. 6; Inwerkingtreding : 13-02-2001> § 1. Hij die, terwijl hij weet dat hij daar toe niet gerechtigd is, zich toegang verschaft tot een informaticasysteem of zich daarin handhaaft, wordt gestraft met gevangenisstraf van drie maanden tot een jaar en met geldboete van zesentwintig [euro] tot vijfentwintig duizend [euro] of met een van die straffen alleen. <W 2000-06-26/42, art. 2, Inwerkingtreding : 01-01-2002>
Wanneer het misdrijf, bedoeld in het eerste lid, gepleegd wordt met bedrieglijk opzet, bedraagt de gevangenisstraf zes maanden tot twee jaar.
§ 2. Hij die, met bedrieglijk opzet of met het oogmerk om te schaden, zijn toegangsbevoegdheid tot een informaticasysteem overschrijdt, wordt gestraft met gevangenisstraf van zes maanden tot twee jaar en met geldboete van zesentwintig [euro] tot vijfentwintigduizend [euro] of met een van die straffen alleen.
§ 3. Hij die zich in een van de gevallen bedoeld in de §§ 1 en 2 bevindt en : <W 2000-06-26/42, art. 2, Inwerkingtreding : 01-01-2002>
1° hetzij de gegevens die worden opgeslagen, verwerkt of overgedragen door middel van het informaticasysteem op enige manier overneemt;
2° hetzij enig gebruik maakt van een informaticasysteem van een derde of zich bedient van het informaticasysteem om toegang te verkrijgen tot een informaticasysteem van een derde;
3° hetzij enige schade, zelfs onopzettelijk, veroorzaakt aan het informaticasysteem of aan de gegevens die door middel van het informaticasysteem worden opgeslagen, verwerkt of overgedragen of aan een informaticasysteem van een derde of aan de gegevens die door middel van het laatstgenoemde informaticasysteem worden opgeslagen, verwerkt of overgedragen;
wordt gestraft met gevangenisstraf van een jaar tot drie jaar en met geldboete van zesentwintig [euro] tot vijftigduizend [euro] of met een van die straffen alleen. <W 2000-06-26/42, art. 2, Inwerkingtreding : 01-01-2002>
§ 4. Poging tot het plegen van een van de misdrijven, bedoeld in §§ 1 en 2, wordt gestraft met dezelfde straffen.
§ 5. (Hij die, onrechtmatig, enig instrument, met inbegrip van informaticagegevens, dat hoofdzakelijk is ontworpen of aangepast om die in §§ 1 tot 4 bedoelde misdrijven mogelijk te maken, bezit, produceert, verkoopt, verkrijgt met het oog op het gebruik ervan, invoert, verspreidt of op enige andere manier ter beschikking stelt, wordt gestraft met gevangenisstraf van zes maanden tot drie jaar en met geldboete van zesentwintig euro tot honderdduizend euro of met één van die straffen alleen.) <W 2006-05-15/46, art. 5, 059; Inwerkingtreding : 22-09-2006>
§ 6. Hij die opdracht geeft of aanzet tot het plegen van een van de misdrijven, bedoeld in §§ 1 tot 5, wordt gestraft met gevangenisstraf van zes maanden tot vijf jaar en met geldboete van honderd [euro] tot tweehonderdduizend [euro] of met een van die straffen alleen. <W 2000-06-26/42, art. 2, Inwerkingtreding : 01-01-2002>
§ 7 Hij die, terwijl hij weet dat gegevens bekomen zijn door het plegen van een van de misdrijven bedoeld in §§ 1 tot 3, deze gegevens onder zich houdt, aan een andere persoon onthult of verspreidt, of er enig gebruik van maakt, wordt gestraft met gevangenisstraf van zes maanden tot drie jaar en met geldboete van zesentwintig [euro] tot honderdduizend [euro] of met een van die straffen alleen. <W 2000-06-26/42, art. 2, Inwerkingtreding : 01-01-2002>
§ 8. De straffen bepaald in de §§ 1 tot 7 worden verdubbeld indien een overtreding van een van die bepalingen wordt begaan binnen vijf jaar na de uitspraak houdende veroordeling wegens een van die strafbare feiten of wegens een van de strafbare feiten bedoeld in de artikelen 210bis, 259bis, 314bis, 504quater of 550ter.
Art. 550ter. <ingevoegd bij W 2000-11-28/34, art. 6; Inwerkingtreding : 13-02-2001> § 1. (Hij die, terwijl hij weet dat hij daartoe niet gerechtigd is, rechtstreeks of onrechtstreeks, gegevens in een informaticasysteem invoert, wijzigt, wist of met enig ander technologisch middel de normale aanwending van gegevens in een informaticasysteem verandert, wordt gestraft met gevangenisstraf van zes maanden tot drie jaar en met geldboete van zesentwintig euro tot vijfentwintigduizend euro of met één van die straffen alleen.
Wanneer het in het eerste lid bedoelde misdrijf gepleegd wordt met bedrieglijk opzet of met het oogmerk om te schaden, bedraagt de gevangenisstraf zes maanden tot vijf jaar.) <W 2006-05-15/46, art. 6, 1°, 059; Inwerkingtreding : 22-09-2006>
§ 2. Hij die, ten gevolge van het plegen van een misdrijf bedoeld in § 1, schade berokkent aan gegevens in dit of enig ander informaticasysteem, wordt gestraft met gevangenisstraf van zes maanden tot vijf jaar en met geldboete van zesentwintig [euro] tot vijfenzeventigduizend [euro] of met een van die straffen alleen. <W 2000-06-26/42, art. 2, Inwerkingtreding : 01-01-2002>
§ 3. Hij die, ten gevolge van het plegen van een van de misdrijven bedoeld in § 1, de correcte werking van dit of enig ander informaticasysteem geheel of gedeeltelijk belemmert, wordt gestraft met gevangenisstraf van een jaar tot vijf jaar en met geldboete van zesentwintig f rank tot honderdduizend [euro] of met een van die straffen alleen. <W 2000-06-26/42, art. 2, Inwerkingtreding : 01-01-2002>
§ 4. (Hij die onrechtmatig enig instrument, met inbegrip van informaticagegevens, dat hoofdzakelijk is ontworpen of aangepast om de in §§ 1 tot 3 bedoelde misdrijven mogelijk te maken, bezit, produceert, verkoopt, verkrijgt met het oog op gebruik ervan, invoert, verspreidt of op enige andere manier ter beschikking stelt terwijl hij weet dat deze gegevens aangewend kunnen worden om schade te berokkenen aan gegevens of, geheel of gedeeltelijk, de correcte werking van een informaticasysteem te belemmeren, wordt gestraft met gevangenisstraf van zes maanden tot drie jaar en met geldboete van zesentwintig euro tot honderdduizend euro of met één van die straffen alleen.) <W 2006-05-15/46, art. 6, 2°, 059; Inwerkingtreding : 22-09-2006>
§ 5. De straffen bepaald in de §§ 1 tot 4 worden verdubbeld indien een overtreding van een van die bepalingen wordt begaan binnen vijf jaar na de uitspraak houdende veroordeling wegens een van die strafbare feiten of wegens een van de strafbare feiten bedoeld in de artikelen 210bis, 259bis, 314bis, 504quater of 550bis.
(§ 6. Poging tot het plegen van het in § 1 bedoelde misdrijf wordt gestraft met dezelfde straffen.) <W 2006-05-15/46, art. 6, 3°, 059; Inwerkingtreding : 22-09-2006>
Sabotage ...ik hoop dat men daar niet art 81 strafwet mee aanhaalt want dan zal het nog heel veel zwaardere bestraffing zijn.
Dat staat op uw strafregister bij een veroordeling.... vertrouwensfuncties zeker in overheid maar ook in privé...... zal een bijkomend probleem zijn.
Als u in schoolcomputer nog gegevens van examen hebt gewijzigd of andere officiële stukken zouden er daar eventueel ook nog gevolgen kunnen zijn.
En zoals reeds geschreven maken dat u een goede advocaat hebt.