JuridischForum.be

Als je als klant je enkele producten laat overhandigen aan de kassa en je bankkaart werkt niet waarop je toch de producten meekrijgt onder de voorwaarde deze op een later tijdstip te komen betalen maar je komt deze nooit betalen, heb je dan een misdrijf of betreft dit een burgerrechtelijk geschil (niet uitvoeren koopovereenkomst)?

Kan je hier desgevallend spreken van winkeldiefstal of eventueel misbruik van vertrouwen?

alvast bedankt

Alles zal draaien om het bewijs natuurlijk en dat waarvan je spreekt dat die klant toestemming krijgt om die waren later te komen betalen, zal mogelijk enkel gebeurd zijn omdat men hem kent. Winkeldiefstal is het in geen geval. Ik heb het ook al meegemaakt en zelfs bij een apotheker die ik al 10 jaar ken en er regelmatig aankopen doe. Kaart werkt niet ? Goederen achterlaten.

De factuur niet betalen is niet hetzelfde als diefstal. Je hebt immers de toestemming om de goederen mee te nemen, dan kan men moeilijk van diefstal spreken, niet? Als je echter niet betaald, is dit het niet nakomen van een verkoopsovereenkomst, voor zover ik het kan inschatten.

Niet betalen verkoopsovereenkomst.
Maar goederen werden overhandigd onder voorwaarde van betaling ......
misbruik is : Misbruik van vertrouwen is de bedrieglijke verduistering of verspilling, ten nadele van een ander, van voorwerpen die men ontvangen had onder de verplichting van ze terug te geven of ze voor een bepaald doel te gebruiken of aan te wenden.
Oplichting:
Hij die met het oogmerk om zich een zaak toe te eigenen die aan een ander toebehoort door het aanwenden van listige kunstgrepen zich zaken doet afgeven, maakt zich schuldig aan oplichting

Oplichting en diefstal zijn duidelijk te onderscheiden verschillende misdrijven:
bij oplichting laat de dader zich zaken overhandigen mits gebruik van listige kunstgrepen, bedrieglijke handelingen;
bij diefstal neemt de dader zaken zelf bedrieglijk weg, al of niet met geweld en/of bedreigingen

Nooit vergeten, de strafwet is van openbare orde. Daar kan NOOIT van afgeweken worden.

"De wegneming, bestanddeel van diefstal, wordt niet uitgesloten door het feit dat het voorwerp met toelating van de eigenaar, in het stoffelijk bezit van de dief was gebleven" (Cass., 9 januari 1950, Pas., 1950, I, 296; Arr. Cass., 1950, 278).