Dit sluit aan bij mijn vorige vragen.
Na een stilte van bijna 4 jaar, verneem ik dat de schuldenaar via een schuldbemiddelaar (advocaat) wil overgaan tot betaling van de schuld t.b.v. 10000 euro (burgerlijke partijstelling). In het arrest van de Correctionele Rechtbank staat dat dit bedrag ten provisionele titel moet aanzien worden. De schuldaflossingen zouden 4 x/jaar en dit gedurende vijf jaar gebeuren.
De schuldbemiddelaar (advocaat) stelt dat dit bedrag als DEFINITIEF moet worden beschouwd. Aangezien geen sprake is van nalatigheidsinteresten (vonnis 7 november 2007) en einde betaling 1 januari 2017, weiger ik het ontwerp van minnelijke zuiveringsregeling te aanvaarden.
Graag had ik vernomen van welke datum er nalatigheidsinteresten mogen aangerekend en hoeveel die uiteindelijk bedragen?