#4 , 15 apr 2015 11:15
Uit De Standaard van vandaag
Onderzoeksrechters woedend op minister van Justitie Geens
Onderzoeksrechters reageren bijzonder boos op de bewering van minister van Justitie Geens dat de voorlopige hechtenis wordt gebruikt om bekentenissen af te dwingen. ‘We zijn gechoqueerd.’
Onderzoeksrechters woedend op minister van Justitie Geens
‘Als de minister vindt dat onderzoeksrechters hun macht misbruiken, moet hij aantonen in welke dossiers dat gebeurt en ingrijpen’
Van onze redacteur Nikolas Vanhecke|
In een interview met zakenzender Kanaal Z somde Geens afgelopen weekend de redenen op waarom een onderzoeksrechter iemand onder aanhoudingsmandaat plaatst. ‘Een derde van de mensen in de gevangenissen zit daar in voorhechtenis’, legde Geens uit. ‘Daar zijn allerlei redenen voor. De aanhoudingstermijn zonder een bevestiging van de onderzoeksrechter is heel kort: vierentwintig uur. Er is ook het feit dat men mensen op die manier (met een voorlopige hechtenis, red.) soms gemakkelijker tot bekentenissen kan dwingen, of angst dat de persoon wanneer hij terugkeert in de maatschappij hervalt of vlucht, of men is bekommerd om de veiligheid van het slachtoffer. Die drie laatste zijn goede redenen om iemand in voorhechtenis te houden. Maar we stellen vast dat het een systeem is geworden, omdat men zegt: “Dan zitten ze nu een stuk uit van hun straf, misschien komt het er later niet van.”’
Straffeloosheid
De onderzoeksrechters pikken het niet dat Geens suggereert dat zij hun boekje te buiten gaan door mensen aan te houden om hen te dwingen tot bekentenissen of om een voorafname te nemen op hun eigenlijke straf. ‘We vragen ons af waar de minister dat haalt’, zegt Philippe Van Linthout, co-voorzitter van de Vereniging van Onderzoeksrechters. ‘Dit is geen loze beschuldiging. Eigenlijk zegt de minister dat we ongeoorloofde dingen doen en dat daar zelfs een systeem in zit. Als de minister vindt dat onderzoeksrechters hun macht misbruiken, moet hij aantonen in welke dossiers dat gebeurt en ingrijpen. Hij heeft het recht om het openbaar ministerie (de parketten) aan te sturen en te vragen een aanhouding niet te laten verlengen door de raadkamer of de kamer van inbeschuldigingstelling (KI). Maar meestal vraagt het parket zélf om de aanhouding te handhaven. Het zijn trouwens nog altijd de rechters van de raadkamer of de KI die beslissen over een verdere aanhouding.’
Van Linthout verzekert dat onderzoeksrechters telkens opnieuw afwegen of het gepast is iemand aan te houden. ‘In sommige gevallen is het wel duidelijk. Een heroïneverslaafde die verdacht wordt van ernstige feiten weer naar huis sturen, is meestal geen goed idee.’
‘Door zijn uitspraak over de voorafname op de echte straf verlegt Geens ook de verantwoordelijkheid over de strafuitvoering’, zegt Van Linthout. ‘Het is aan de politici, en dan vooral de minister van Justitie, om te maken dat er in de gevangenissen voldoende plaats is voor strafuitvoering. Wat ben je met een vonnis van een rechter als het toch niet in de praktijk kan worden gebracht?’
Minister Geens zegt in een reactie dat hij absoluut niet de bedoeling had om te schofferen. ‘Ik heb alleen uitgedrukt wat de feiten nu zijn bij voorhechtenis. Het grootste probleem is die korte aanhoudingstermijn zonder bevestiging van de onderzoeksrechter. Ik stel voor om dat te verlengen tot 72 uur. Recidive, vluchtrisico en de openbare veiligheid zijn goede redenen om iemand in voorhechtenis te houden. De voorafname op de gevangenisstraf keur ik af. Maar ik heb nooit gezegd dat er misbruik wordt gemaakt van de voorhechtenis.’