JuridischForum.be

Ik heb oog op een studentenkot (apart kot met eigen badkamer, maar met gemeenschappleijke keuken) voor bewoning door mijn zoon.
Bouwpromotor beweert dat dit bouwproject niet onder wet Breyne valt wegens “beschouwd als niet residentiële bewoning”.
Ik voel me daar niet zo comfortabel bij.

Hier vind ik info over Vlaamse EPC wetgeving die impliciet een beetje laat vermoeden dat studentenkot wel als residentieel beschouwd wordt.
https://www.xenadvies.be/2025/09/heeft- ... nodig.html

Is er duidelijker (wettelijke definitie) beschikbaar die preciseert wat het nu eigenlijk is?
Of bepaalt de bouwpromotor gewoon zelf wat hij beschouwt als residentieel of niet?

Er zijn immers nog andere tussenvormen: co-housing, kangoeroe-woningen, …

Alvast bedankt!

Het zal eerder de stad/gemeente zijn die de regels heeft bepaald.

In een studentenkot is typisch domicilie (hoofdverblijfplaats, wettelijk adres) niet toegelaten. Dit verbod kan opgenomen zijn als voorwaarde in de omgevingsvergunning (met sancties bij overtreding). In die zin wordt het niet beschouwd als residentiële bewoning.

Verschillende domeinen van het recht bestaan apart naast elkaar zonder met elkaar rekening te houden.
Eenzelfde pand kan dus volgens EPC-regels / bevolkingsregister / fiscale wetgeving / ruimtelijke ordening / ... wel of niet aan de voorwaarden/eisen van residentiële bewoning voldoen.
(Vuistregel hierbij: wanneer residentiële bewoning in uw voordeel is, wordt het wettelijk zo niet beschouwd/verboden, wanneer het in uw nadeel is net wel/verplicht ...)

Een studentenkot staat in elk geval niet in de uitzonderingen wet Breyne.