#7 , 18 mar 2016 11:56
Ik denk dat in eerste instantie zus2 best eens gaat praten met de schuldbemiddelaar om te kijken welke termijn deze redelijk acht voor een eventuele onderhandse verkoop. Zuiver met vrome intenties tot verkoop zonder een datum zal u niet ver springen, de bemiddelaar is ook niet van gisteren.
Zus 1 en broer3 hebben uiteraard rechten maar ik verwijs naar art. 815 BW; stel dat er geen schuldbemiddeling was dan zouden ze ook geen verkoop op initiatief van zus2 kunnen stoppen.
Voor de modaliteiten van een verkoop:
Art. 1675/14bis. § 1. Wanneer tijdens de uitwerking of de uitvoering van de regeling roerende of onroerende goederen te gelde moeten worden gemaakt, hetzij op grond van artikel 1675/7, § 3, hetzij op grond van de minnelijke of gerechtelijke aanzuiveringsregeling, heeft de verkoop, die openbaar of uit de hand gebeurt, plaats overeenkomstig de regels van de gedwongen uitvoering, zonder voorafgaande betekening van een bevelschrift of beslag.
§ 2. De verkoop van het onroerend goed brengt van rechtswege overwijzing van de prijs met zich mee ten voordele van de schuldeisers.
§ 3. Onder voorbehoud van andere modaliteiten, maakt de instrumenterende ministeriële ambtenaar, na betaling van de hypothecaire en de bijzonder bevoorrechte schuldeisers, de prijs en het toebehoren ervan over aan de schuldbemiddelaar.
Deze storting is bevrijdend wanneer ze door de ministeriële ambtenaar gericht is aan de schuldbemiddelaar. Hetzelfde geldt voor de storting die door de koper verricht is overeenkomstig artikel 1641.
Ik denk echter niet dat er een termijn voor wordt bepaald, in praktijk is de stok achter de deur de bevoegdheid van de bemiddelaar om de zaak voor de arbeidsrechtbank te brengen en daar de herroeping te vragen.
Ik ben geen advocaat, u gebruikt de informatie die ik verstrek strikt op eigen risico. Win steeds gekwalificeerd advies in voor belangrijke beslissingen.
Gelieve vragen te stellen via het forum, NIET via persoonlijke berichten.