JuridischForum.be

Enkele jaren terug heb ik verbouwingswerken uitgevoerd aan mijn bestaande woning. Hierbij kreeg ik een vergunning voor het bouwen van een open carport op de perceelsgrens met een op dat moment onbebouwd perceel. Hierbij kreeg ik de toestemming (handtekening) van de eigenaar van dit perceel. Enkele weken terug werd ik gecontacteerd door de gemeente ivm een bouwaanvraag op desbetreffend perceel. Bij inzage bleek dat er naast mijn open carport een gesloten garage voorzien werd, maw mijn open carport wordt herleid tot een zicht op een bakstenen muur. Als bezwaar heb ik ingediend dat mijn carport niet langer bereikbaar is voor eventuele herstellingen (bevestigingen zijn langs de buitenkant), evenals lichtaanval die wordt verminderd.De gemeente ging niet akkoord met mijn motivering. Op het feit van onbereikbaarheid is hun motivatie : "Voor handelingen op of naast de perceelsgrens of handelingen aan gemeenschappelijke muren moeten de bepalingen van het burgerlijk wetboek nageleefd worden. De twee eigenaars moeten in overleg in gaan. Dit is geen stedenbouwkundig argument." Ik kan hiertegen in beroep gaan maar wat zijn mijn kansen ? Gemeente bevestigt dat ze gunstig advies zullen geven aan de provincie aangezien ze nu ook al goedkeuring gaven. Wat kan ik als geconsulteerd aanpalend eigenaar tegenin brengen ?

Niets. Voor onderhoud kan je gebruik maken van uw ladderrecht, en voor de niet meer bereikbare bevestigingen kan je vooraf maatregelen treffen. En een verminderd lichtinval? Uw wagen heeft toch koplampen die aan en uit kunnen .

Gemetselde constructies mogen op de perceelsgrens staan, mits de nodige vergunningen uiteraard. Houten constructies mogen doorgaans niet op de perceelsgrens, net omdat ze onderhoud vergen zoals schilderen of beitsen. Het verbaast mij dat ze u indertijd een vergunning toegekend hebben.

Maar voorgangers hebben gelijk, als de aanvraag van uw buur strookt met de stedenbouwkundige voorschriften dan kan het schepencollege moeilijk weigeren.