Geachte,
Mijn schoonzus heeft twee jaar voor haar overlijden het woonhuis overgenomen na vereffening-verdeling van haar huwgemeenschap ingevolge echtscheiding.
Dit gebeurde via openbare verkoop na een commandverklaring ten haren voordele om moeilijkheden te vermijden.
De aankoopakte vermeldt enkel haar naam.
Haar partner die toen bij haar inwoonde maar nu elders gedomicilieerd is heeft evenwel een hypothecaire lening aangegaan om de aankoop voor een deel te financieren.
In de hypothecaire leningakte heeft zij zich samen met haar partner solidair verbonden tegenover de kredietverstrekker.
De rest van de aankoopsom werd betaald door haar drie kinderen uit haar eerste huwelijk.
Na haar overlijden heeft hij de begrafeniskosten betaald en ook de begrafenisvergoeding geïnd.
De successierechten werden betaald door de drie kinderen.
Haar partner eist nu als mede-eigenaar te worden aanzien van de woning.
Bovendien eist hij ook dat de kinderen alsnog de begrafeniskosten betalen.
Hij eist ook de terugbetaling van de kosten die hij zou gemaakt hebben voor het onderhoud van het huis evenals een bewoningsvergoeding van de kinderen die nu nog het huis bewonen.
In de hypothese dat het gezamenlijk eigendomsrecht over de woning niet kan weerhouden worden, eist hij de terugbetaling van alle sommen waartoe hij gehouden was of nog zou zijn ingevolge de hypothecaire lening.
De kinderen beschouwen de sommen betaald ingevolge de hyp.lening als een bijdrage in de lasten van de huishouding tot zolang de samenwoning heeft geduurd.
Het is echter onmogelijk om uit te maken wie wat precies heeft betaald gezien het feit dat er geen gescheiden rekeningen zijn; de wedde van schoonzus werd immers gestort op de rekening van haar partner.
Hoe kan dit kluwen worden ontward ?