Geacht forum;
De Vrederechter heeft mij in een vonnis inzake een huurkwestie in het ongelijk gesteld. De eigenaar heeft verlaten van de woning plus een som geld geeist. Hiertegen is hoger beroep aangetekend.
Het vonnis is bij voorraad uitvoerbaar: over twee weken vindt er uitdrijving uit de woning plaats. Bovendien is er bewarend beslag gelegd op een gedeelte van de roerende goederen.
Hierover heb ik al eens een vraag gesteld en heb van U (Lex) het antwoord mogen ontvangen dat ik de goederen mee mag nemen, mits ik de deurwaarder aangetekend laat weten waar de goederen zich dan bevinden.
Maar nu stelt de tegenpartij dat ik bij het opleveren van de woning op 29 september a.s. (welke ik zal verlaten voordat men mij op straat zet) een "stofferingsverplichting" heb.
"Ik moet thans wachten", zo stelt de tegenpartij letterlijk, "alvorens de in beslag genomen goederen uit de gehuurde woning te mogen halen".
Waarop moet ik wachten? En hoe lang moet ik wachten?
Alvast dankend voor uw antwoord,
Anne