“Artikel 74decies. § 1. Bij
tuchtmaatregelen moeten de volgende regels worden gerespecteerd :
1° de betrokken personen evenals de leerling, eventueel bijgestaan door een raadsman, worden voorafgaandelijk gehoord;
2° elke genomen beslissing wordt schriftelijk gemotiveerd;
3° elke beslissing wordt schriftelijk ter kennis gebracht aan de betrokken personen voordat de tuchtmaatregel van kracht wordt;
4° er is geen mogelijkheid om tot collectieve uitsluitingen over te gaan;
5° de tuchtstraf moet in overeenstemming zijn met de ernst van de feiten;
6° de betrokken personen hebben inzage in het dossier van de leerling;
7° het tuchtdossier en de tuchtmaatregel zijn niet overdraagbaar naar een andere school of een ander centrum.
§ 2. Alleen tegen definitieve uitsluiting als tuchtmaatregel kan in beroep worden gegaan. Het tuchtreglement bepaalt bij welk orgaan van de school of het centrum en volgens welke regels het beroep ingesteld moet worden.
Artikel 74undecies. Een
definitieve uitsluiting gaat in tijdens het schooljaar en uiterlijk op 31 augustus van dat schooljaar. Als de uitsluiting echter ingaat voor 30 juni van het schooljaar, dan blijft de leerling ingeschreven tot op het ogenblik van inschrijving in een andere school of een ander centrum. De leerling moet door de school of het centrum en door het begeleidende centrum voor leerlingenbegeleiding actief worden bijgestaan bij het zoeken naar een andere school of een ander centrum.Bij elke uitsluiting die ingaat voor 30 juni van het schooljaar kunnen de betrokken personen een gemotiveerde vraag stellen tot opvang door de school of het centrum. Als op die vraag wordt ingegaan, dan maakt de school of het centrum afspraken met de betrokken personen en de leerling over de opvangvoorwaarden. Weigering van opvang moet door de school of het centrum schriftelijk worden gemotiveerd aan de betrokken personen. "(Decreet 31 juli 1990 betreffende het onderwijs-II).
Ga volledigheidshalve naar
http://212.123.19.141/ALLESNL/wet/index.vwp?SID=0
‘Naast de bestaande
specifieke beroepsprocedures,kan steeds de vernietiging van een beslissing worden gevraagd bij de
Raad van State.De gebruiker kan eventueel ook schadevergoeding eisen bij een
gewone rechtbank of een onwettige beslissing niet toepasbaar laten verklaren.”(4 december 1992 Handvest van de gebruiker van openbare diensten,Staatsblad 22.01.1993,p.1158).
“Overwegende dat verzoekster een beslissing bestrijdt, de definitieve uitsluiting van een leerling bij tuchtmaatregel, genomen door een
vrije onderwijsinstelling; dat de vraag rijst, ambtshalve, of de bestreden beslissing te beschouwen is als een administratieve rechtshandeling waarover de Raad van State vermag te oordelen in het kader van een annulatieberoep en, bijgevolg, van een vordering tot schorsing;Overwegende dat de verwerende partij een vrije onderwijsinstelling is, opgericht op privé-initiatief; dat, wat de aard betreft van de verhouding tussen die instelling en haar leerlingen, de betrekking tussen beide partijen prima facie ontstaat door een overeenkomst; dat bijgevolg de rechtsverhouding tussen partijen in beginsel,zo lijkt, van contractuele aard is en geschillen over die contractuele rechtsverhouding burgerlijke rechten betreffen waarvoor overeen-komstig artikel 144 van de Grondwet uitsluitend de gewone rechter bevoegd is“(R.v.St. nr. 121.835,23 juli 2003)
‘Wanneer éénzelfde handeling zowel een tuchtrechtelijke als een
strafrechtelijke inbreuk uitmaakt,kunnen beide procedures onafhankelijk van elkaar worden gevoerd,zonder dat de tuchtrechtelijke overheid gebonden is door de beslissing van de strafrechter,tenzij wat betreft de feitelijke vaststellingen over het al of niet bestaan van het ten laste gelegde feit.De tuchtrechtelijke overheid is niet gebonden door de appreciatie van de feiten door de strafrechter‘[R.v.St. nr.32.705,6 juni 1989,Adm.Publ.(M) 1989,89];
‘Wanneer de administratieve overheid voornemens is een tuchtrechtelijke maatregel te nemen ten overstaan van een persoon,moet zij de
rechten van de verdediging eerbiedigen.Deze houden in dat de feiten die aan deze persoon worden verweten,hem ter kennis moeten worden gebracht,dat deze laatste wordt uitgenodigd om te worden gehoord over de realiteit van deze feiten alsook over zijn middelen van verdediging,dat hij,opdat dit verhoor zinvol zou zijn,vooraf beschikt over een redelijke termijn om inzage te hebben in het door de overheid samengesteld tuchtrechtelijk dossier en dat de oproeping voor het verhoor de maatregel vermeldt die de overheid in overweging neemt.'Uw zoon heeft zich op school onbehoorlijk gedragen.Tijdens het onderzoek wordt hij geschorst' geeft niet voldoende aan welke feiten de leerling worden verweten en welke maatregel in overweging wordt genomen’(R.v.St. nr.',7 juli 1993,J.dr.jeun. 1993,afl.129,34).
‘Een tuchtsanctie is een rechtstreeks gevolg van een disciplinaire fout of van een inbreuk op de geldende reglementen door een leerling.De schooloverheid mag hem het genot van de onderwijsvoorzieningen ontzeggen door uitsluiting of definitieve wegzending.Tengevolge van zijn houding kan de leerling zijn
recht op onderwijs,zoals gewaarborgd in art.2 Eerste Aanvullend Protocol EVRM,niet meer doen gelden.Een rechter mag zijn beoordeling niet in de plaats stellen van de tuchtoverheid,maar enkel nagaan of de verhouding tussen de aangehouden tuchtfeiten en de tuchtmaatregel niet manifest onredelijk is‘(R.v.St. nr.48.004,15 juni 1994,KIDS III,3.3.4.,32);
‘De
vrijheid van onderwijs houdt niet in dat kan geëist worden dat men als leerling of student aanvaard wordt.Zij verzet zich er niet tegen dat tegen een leerling of student tuchtmaatregelen getroffen worden,de uitsluiting niet uitgezonderd‘(R.v.St. nr.37.213,18 juni 1991,T.O.R.B. 1991-92,114,noot VERSTEGEN,R.);
‘Een
uitsluiting uit de instelling kan worden uitgesproken indien de leerling niet stipt en regelmatig aanwezig is bij de onderwijsactiviteiten die zijn opgenomen in het programma van het studiejaar waarvoor hij is ingeschreven.De leerling moet voordat tot enige tuchtstraf wordt beslist,worden gehoord door het instellingshoofd of zijn gemachtigde.Een wegzending van school kan twee verschillende oorzaken hebben,met name de feiten waaraan de leerling zich schuldig heeft gemaakt en onverantwoorde afwezigheden die 40 halve dagen te boven gaan‘(R.v.St. nr.51.653,15 februari 1995,J.dr.jeun. 1995,afl.144,184);
‘Een
ouder van een minderjarige heeft een individueel belang bij de vernietiging van een beslissing waarbij zijn zoon van de school wordt verwijderd(wet 11 december 1987).De intrekking van de genomen maatregel in de loop van het geding heeft echter voor gevolg dat het annulatieberoep zonder voorwerp wordt‘(R.v.St. 8 februari 1988,J.Dr.Jeun. 1988,afl.4,12);
‘Een minderjarige is in principe onbekwaam om een annulatieberoep in te stellen. In casu heeft een
19-jarige de bekwaamheid om een annulatieberoep in te stellen tegen een tuchtmaatregel waarbij hij van school verwijderd wordt.Ook de ouder die het hoederecht uitoefent en die moeten waken over de opvoeding en het onderwijs van zijn kinderen,heeft een persoonlijk belang om de vernietiging van een dergelijke beslissing te bekomen‘(R.v.St. nr.32.054,22 februari 1989,Adm.Publ.(M) 1989,41,Rev.Liège 1989,826,noot PANIER,C.,J.Dr.Jeun. 1989,afl.8,33,T.B.P. 1989,734);
Ga naar (rechtspraak) in
http://www.raadvst-consetat.be/