Stopzetting wettelijk samenwonen met kind en eigendomswoning

Aringarosa
Topic Starter
Berichten: 2

Stopzetting wettelijk samenwonen met kind en eigendomswoning

#1 , 02 jan 2009 14:25

Geachten,

Problematiek vast al besproken in forum maar alles is specifiek. Net als mijn geval:

heb van dienst bevolking een wettelijk samenlevingscontract met mijn partner. Ik ben eigenaar van de bouwgrond. We hebben samen ondertekend voor de lening van ons huis en hebben 1 schat van een dochter samen.

Na 15 jaar is een breuk onafwendbaar en dringt een 'scheiding' zich aan.
Partner wil van geen uiteengaan weten en weigert iedere medewerking.
Ben ik als eigenaar verplicht partner helft verkoopsom huis te betalen ?
Hoe met dochter die 11j is? Kan ik haar na breuk bij mij domiciliëren?

Veel vragen veel antwoorden. Bij bezoek notaris werd volgende besloten ivm woning:

Verkoopprijs - prijs grond - terugbetaling lening dan overschot te delen door 2 en dat terwijl partner nooit een duit in het zakje gedaan heeft of startkapitaal had.

Dank bij voorbaat!

Winston
Juridisch actief: Ja
Regio: België

Een juridische oplossing. Voor elk probleem, voor iedereen!

Benieuwd naar jouw juridische opties? Winston begeleidt jou aan de geschikte oplossing. Klik hier om jouw situatie te beschrijven en we nemen binnen de 24 uur met jou contact op voor persoonlijke begeleiding
j.demoor
Berichten: 10360

#2 , 04 jan 2009 13:52

“Art.1477.Elk van de wettelijk samenwonenden behoudt de goederen waarvan hij de eigendom kan bewijzen, de inkomsten uit deze goederen en de opbrengsten uit arbeid. De goederen waarvan geen van beide wettelijk samenwonenden de eigendom kan bewijzen en de inkomsten daarvan worden geacht in onverdeeldheid te zijn...”(B.W.=Burgerlijk Wetboek).

“Art.552.De eigendom van de grond bevat in zich de eigendom van hetgeen op en onder de grond is...”(B.W.).
‘Ik ben eigenaar van de bouwgrond’ houdt dus in dat u ook (enig) eigenaar bent van het erop gebouwde huis(tenzij gebouwd zou zijn met opstalrecht).

‘Wanneer door één der echtgenoten een gebouw wordt opgericht op een grond die in onverdeeldheid toebehoort aan de echtgenoten gehuwd onder het stelsel van scheiding van goederen, vindt artikel 555, B.W., in geval van verdeling geen toepassing voor de bepaling van de verschuldigde vergoeding, maar wel de regels inzake vermogensverschuiving zonder oorzaak. Zulks heeft voor gevolg dat de echtgenoot die het gebouw heeft opgericht, recht heeft op een vergoeding gelijk aan de meerwaarde die het goed heeft verkregen als gevolg van de door hem gedane uitgaven, met als maximum zijn verarming. Indien deze uitgaven evenwel belangrijker zijn dan de door het onroerend goed bekomen meerwaarde, heeft de echtgenoot recht op een vergoeding gelijk aan het bedrag van de op regelmatige wijze op zijn naam gefactureerde uitgaven‘(Gent 27 oktober 1988,Pas. 1989,II,85).

‘Behoudens andersluidende bedingen tussen partijen,kan de huurder,bij toepassing van het algemeen rechtsbeginsel dat niemand zich zonder oorzaak ten koste van een ander mag verrijken,tegenover de verhuurder aanspraak maken op vergoeding van verbeteringen door hem aan het verhuurde goed aangebracht,op voorwaarde evenwel dat de verhuurder zich niet in de mogelijkheid bevindt de verwijdering van de bedoelde verbeteringen te eisen‘(Cass. 18 april 1991,Bull. 1991,740,noot,Res.Jur.Imm. 1991,205).

Wat uw partner of de onverdeeldheid geïnvesteerd hebben in uw huis dient uw eigen vermogen aan hen te vergoeden.

Ik ga ervan uit dat u BEIDEN ouder bent van de 11-jarige dochter,zodat u tegenover haar DEZELFDE rechten en plichten hebt.

“Art.1479.Indien de verstandhouding tussen de wettelijk samenwonenden ernstig verstoord is, beveelt de vrederechter, op verzoek van één van de partijen, de dringende en voorlopige maatregelen betreffende het betrekken van de gemeenschappelijke verblijfplaats, betreffende de persoon en de goederen van de samenwonenden en van de kinderen alsmede betreffende de wettelijke en contractuele verplichtingen van beide samenwonenden. De vrederechter bepaalt de geldigheidsduur van de maatregelen die hij oplegt. Hoe dan ook vervallen die maatregelen op de dag dat de wettelijke samenwoning, zoals bedoeld in artikel 1476, § 2, zesde lid, wordt beëindigd. Na de beëindiging van de wettelijke samenwoning en voor zover de vordering binnen drie maanden na die beëindiging is ingesteld, gelast de vrederechter de dringende en voorlopige maatregelen die ingevolge de beëindiging gerechtvaardigd zijn. De vrederechter bepaalt de geldigheidsduur van de maatregelen die hij oplegt. Die geldigheidsduur mag niet langer dan één jaar bedragen...”(B.W.).

Eens de bevoegdheid van de vrederechter verstreken is dient u zich tot de jeugdrechter te wenden
Ga naar Belgische wetgeving in JUSTEL-databanken van Belgisch Staatsblad. Klik voor WetBOEKEN achter ’Juridische aard’. Op afkondigingsdatum vindt u de overige akten. Inzake FEDERALE fiscale wetgeving zie http://www.fisconetplus.be/

Aringarosa
Topic Starter
Berichten: 2

#3 , 04 jan 2009 14:03

Ik dank u van harte !!

Reclame

Terug naar “Archief”