..deze hebben ze laten keuren voor verkoop en laten inschrijven.
Hoelang geleden is dat 1 maand 5 jaar?
Is dat een brief van een advocaat of dreigt ze maar.
Op wie zijn naam stond de auto op uw broer?
Als de wagen voor verkoop geschouwd is --- wil dat zeggen dat het inschrijvingsboekje geperforeerd was.=> de verkoper uw broer is er dus mee naar de schouwing geweest dus de intentie van vervreemding (weggeven- verkopen) van de auto was er wel degelijk.
En wie zegt dat uw moeder daar geen 1€ voor betaald heeft?
Bezit is nog altijd eigendom - zeker als er geen andere factuur is en inschrijvingsboekje staat op naam moeder.
Je kan altijd bij een sociaal infopunt gratis advies inwinnen - In het Antwerpse vb via justitiehuis die de adressen zullen doorgeven of via sociale dienst van ocmw.
Hierbij wat wetsomschrijvingen en wat rechtspraak.
Als de schenker de handgift heeft gedaan dan zijn er geen successierechten verschuldigd voorzover de schenker meer dan 3 jaar na deze schenking komt te overlijden. ...geeft ook al aan de er een eigendomsoverdracht is
Artikel 2279 van het Burgerlijk Wetboek bepaalt dat, met betrekking tot roerende goederen, het bezit geldt als titel.
Krachtens artikel 2230 van datzelfde wetboek wordt men steeds geacht voor zichzelf, en als eigenaar, te bezitten.
In een geschil tussen de huidige bezitter van een lichamelijk roerend goed en de bezitter die hem onmiddellijk voorafging of diens rechthebbenden, vormt het bezit een vermoeden van titel ten voordele van de bezitter die te goeder trouw is.
Overeenkomstig artikel 1315, eerste lid, van dat wetboek, dient hij die beweert dat een bezit gebrekkig is, zulks te bewijzen.
../..
Een gift van hand tot hand is geldig wanneer de schenker de onherroepelijke bedoeling heeft te schenken en er een materiële eigendomsoverdracht plaatsvindt van het geschonken goed van de schenker aan de begiftigde. Voor de geldigheid ervan is civielrechtelijk niet vereist dat een document opgesteld wordt.
De begiftigde wordt beschermd door het vermoeden van art. 2279 B.W. op voorwaarde dat zijn bezit voldoet aan de vereisten van art. 2229 B.W.
Wie beweert dat het bezit niet deugdelijk is, draagt de last van het bewijs dat het bezit, gelet op de omstandigheden van de zaak, voor verschillende interpretaties vatbaar is.
Of het bezit al dan niet deugdelijk is, is in wezen een feitenkwestie die door alle middelen rechtens bewezen mag worden.
bron :
www.elfri.be/Vermogensplanning/handgift.
Waarom bestond zoiets niet in mijn tijd??