Artikel 80.
In geval van overlijden in militaire of burgerlijke ziekenhuizen of in andere openbare inrichtingen, zijn de oversten, bestuurders, beheerders en hoofden van die huizen gehouden daarvan binnen vierentwintig uren kennis te geven aan de ambtenaar van de burgerlijke stand; deze begeeft zich ter plaatse om zich van het overlijden te vergewissen en maakt, overeenkomstig het vorige artikel, een akte ervan op, op grond van de verklaringen die hem zijn gedaan en de inlichtingen die hij heeft ingewonnen.
Bovendien worden in die ziekenhuizen en inrichtingen registers gehouden voor het inschrijven van die verklaringen en die inlichtingen.
De ambtenaar van de burgerlijke stand doet de akte van overlijden toekomen aan zijn ambtsgenoot van de laatste woonplaats van de overledene, die ze in de registers inschrijft.
Artikel 80bis.
(Ingevoegd bij wet van 27-04-1999, art. 2) Wanneer een kind is overleden op het ogenblik van de vaststelling van de geboorte door de ambtenaar van de burgerlijke stand of de door hem toegelaten geneesheer of gediplomeerde vroedvrouw, maakt de ambtenaar van de burgerlijke stand een akte van aangifte van een levenloos kind op.
De akte van aangifte van een levenloos kind vermeldt :
1° de dag, het uur, de plaats van de bevalling, alsmede het geslacht van het kind;
2° het jaar, de dag, de plaats van de geboorte, de naam, de voornamen en de woonplaats van de moeder en de vader;
3° de naam, de voornamen en de woonplaats van de aangever;
4° de voornamen van het kind, indien om de vermelding ervan wordt verzocht.
Deze akte wordt, op haar dagtekening, ingeschreven in het register van de akten van overlijden.
Nog een extra links, die je misschien verder kan helpen:
http://www.metlegehanden.be/mlh_wetsvoorstel.htm
http://www.sabinedebethune.be/index.php ... nid=82&s=2