JuridischForum.be

De bewindvoerder van moeder die in een rusthuis verblijft heeft beslist via de vrederechter om het huis van moeder te verkopen. Na het overlijden van vader heeft moeder levenslang vruchtgebruik en wij als kinderen zijn dus voor de helft medeeigenaars geworden. Nu vragen wij ons af of de integrale verkoopsom naar de bewindvoerder gaat of dat er een verdeling zal gebeuren onder de kinderen van het wettelijke erfdeelvan d e drie kinderen

Alvast bedankt voor het antwoord.

Als het huis verkocht wordt, dan zijn de opbrengsten voor de moeder. In geen geval voor de bewindvoerder. Later erven jullie een deel.
De bewindvoerder hoort de belangen te verdedigen/beschermen van de moeder en mag zich niet verrijken.

Heb me waarschijnijk een beetje verkeerd uitgedrukt. De vraag waar wij als kinderen in feite mee zitten is dat de algehele opbrengst door de bewindvoerder zal worden beheerd, en stel dat (wat wij zeker niet hoepen of wensen) dat moeder binnen de termijn van 3 jaar komt te overlijden. Als ik het dan goed heb zouden wij dan nog moeten successie betalen op de verkoopsom die dan waarschijnlijk al voor een deel zal opgebruikt zijn. Onze vraag was in feite of er een mogelijkheid bestaat dat iemand van de kinderen of desnoods alle drie zijn vadersdeel zou kunnen opeisen bij de verkoop van dat pand.

Heb me waarschijnijk een beetje verkeerd uitgedrukt. De vraag waar wij als kinderen in feite mee zitten is dat de algehele opbrengst door de bewindvoerder zal worden beheerd, en stel dat (wat wij zeker niet hoepen of wensen) dat moeder binnen de termijn van 3 jaar komt te overlijden. Als ik het dan goed heb zouden wij dan nog moeten successie betalen op de verkoopsom die dan waarschijnlijk al voor een deel zal opgebruikt zijn. Onze vraag was in feite of er een mogelijkheid bestaat dat iemand van de kinderen of desnoods alle drie zijn vadersdeel zou kunnen opeisen bij de verkoop van dat pand.

Als moeder binnen de drie jaar na de verkoop van het onroerend goed overlijdt wordt de opbrengst geacht zich nog in de nalatenschap te bevinden, behoudens bewijs van het tegendeel (bijv. gebruikt om rusthuisrekeningen te betalen, enz.).