Pagina 1 van 1

Zaakvoerder

Geplaatst: 21 feb 2011 19:16
door Franciscus
Kan iemand zonder het attest van bedrijfsbeheer het mandaat van zaakvoerder hebben.
Of is dat een ongeldige (onwettige) benoeming??

Re: Zaakvoerder

Geplaatst: 22 feb 2011 01:13
door EvilFreD
  • Echtgeno(o)t(e), wettelijk samenwonenden, feitelijk samenwonenden langer dan zes maanden, familieleden tot de derde graad
  • Zaakvoerder hoeft eveneens geen attest indien hij een werknemer in dienst heeft met een contract van onbepaalde duur die de dagelijkse leiding van de zaak heeft
  • Voldoende ervaring binnen de laatste vijftien jaar
  • Accountant, belastingconsulent, advocaat, architect, geneesheer, bedrijfsrevisor, dierenarts, boekhouder fiscalist, gerechtsdeurwaarder, journalist, kinesist, kunstenaar, muzikant, landbouwer, landmeter, notaris, paramedicus, psycholoog, tandarts.
  • Overname van een bestaande onderneming (maximaal 1 jaar)
  • Overname zaak van overleden echtgeno(o)t(e)
  • Overname zaak overleden feitelijke partner indien langer dan zes maanden
  • Overname zaak overleden ouders
Ik kan er nog enkele vergeten zijn, maar dat is het wel zo ongeveer :)

Re: Zaakvoerder

Geplaatst: 22 feb 2011 07:36
door Franciscus
Als zaakvoerder door fout notaris in akte staat en nu is vastgesteld dat deze niet voldoet kan die dan nog als zaakvoerder gehandhaafd blijven?
Is nieuwe zaak .....
Heb je ergens een wettekst...
En hoe 'afzetten' of is dat automatisch als er een zaakvoerder komt die het WEL heeft.
Ik heb tot hiertoe geen kans gehad om de zaken op te zoeken en wilde via forum ook eens snel aan een accuraat antwoord komen :D

Re: Zaakvoerder

Geplaatst: 22 feb 2011 07:49
door bartvdv
Eigenlijk kan iedereen als zaakvoerder worden aangesteld. Zelfs een juridisch onbekwaam persoon. Dus ook iemand die niet beschikt over voldoende kennis van bedrijfsbeheer.

Re: Zaakvoerder

Geplaatst: 22 feb 2011 08:38
door EvilFreD
Excuus, ik dacht dat het om een algmene vraag ging.
Het verschilt nogal of het een éénmanszaak betreft, of een vennootschap.
In plaats van alles hier neer te typen: wandel even naar deze pagina.

Of trek zelf uw conclusies:

Art. 4. § 1. Elke KMO, natuurlijke persoon of rechtspersoon die een activiteit uitoefent die in het handels- of ambachtsregister moet worden ingeschreven, moet bewijzen over de basiskennis van het bedrijfsbeheer te beschikken.
(De Koning kan, bij een besluit vastgesteld na overleg in de Ministerraad en na advies van de Hoge Raad voor de Zelfstandigen en de Kleine en Middelgrote Ondernemingen, bepalen dat de bepaling van het eerste lid niet van toepassing is op de uitoefening van de beroepsactiviteiten die Hij aanwijst. In afwijking van het eerste lid, wordt elke K.M.O., natuurlijke of rechtspersoon, tijdelijk vrijgesteld van het voorleggen van het bewijs van de basiskennis van het bedrijfsbeheer wanneer zij zich onderwerpt aan een begeleiding in bedrijfsbeheer, georganiseerd door een erkende privé- of publieke begeleidingsstructuur die werd erkend, hetzij door het Participatiefonds, hetzij door de overheden die bevoegd zijn voor steun bij het oprichten van een onderneming, hetzij door de Koning in uitvoering van deze wet. De duur van deze vrijstelling is beperkt tot de duur van de vereiste ervaring om te voldoen aan § 3, 2°, van dit artikel. Na deze periode wordt de praktijkervaring bedoeld in § 3, 2°, van artikel, als volbracht beschouwd.
In geval van erkenning van de in het vorige lid bedoelde structuur door het Participatiefonds of door de overheden die bevoegd zijn voor steun bij het oprichten van een onderneming, bepaalt de Koning bij in Ministerraad overlegd besluit de duur, de minimale inhoud van de begeleiding in bedrijfsbeheer en de wijze waarop die wordt bevestigd. Wanneer de Koning zelf de erkenning geeft, bepaalt hij voorafgaandelijk ook de erkenningsvoorwaarden, de erkenningsprocedure, het verloop van de begeleidingsstructuur en het toezicht erop.) <W 2003-05-11/39, art. 4, 007; Inwerkingtreding : 01-07-2003>
Het eerste lid is (...) niet van toepassing op de beoefenaars van een beroep dat gereglementeerd is op het vlak van de basiskennis van het bedrijfsbeheer door een wet of krachtens de kaderwet van 1 maart 1976 tot reglementering van de bescherming van de beroepstitel en van de uitoefening van de dienstverlenende intellectuele beroepen. <W 2003-05-11/39, art. 3, 007; Inwerkingtreding : 01-07-2003>
§ 2. Aan (de in § 1, eerste lid, bedoelde verplichting) is voldaan als het bewijs van de basiskennis van het bedrijfsbeheer geleverd wordt door het zelfstandig ondernemingshoofd, door zijn echtgenoot (of de wettelijk samenwonende,) of door de partner met wie hij minstens (zes maanden) samenwoont of door de natuurlijke persoon die het dagelijks bestuur daadwerkelijk uitoefent. Dit bewijs van samenwonen (blijkt uit het Rijksregister van de natuurlijke personen, opgericht bij wet van 8 augustus 1983). <W 2003-05-11/39, art. 3, 007; Inwerkingtreding : 01-07-2003>
Als de betrokken activiteit wordt uitgeoefend door een rechtspersoon, kan het bewijs van de basiskennis van het bedrijfsbeheer geleverd worden door de natuurlijke persoon die daarin het dagelijks bestuur daadwerkelijk uitoefent, of die het dagelijks bestuur uitoefent in een andere rechtspersoon die de eerste rechtspersoon bestuurt.
(§ 3. Het bewijs van de basiskennis van het bedrijfsbeheer wordt geleverd door één van de volgende elementen :
1° één van de akten die daartoe door de Koning worden aangewezen;
2° een voldoende praktijkervaring onder de door de Koning vastgestelde voorwaarden;
3° een gelijkwaardige akte van bekwaamheid, uitgereikt door de gefederaliseerde overheden die bevoegd zijn voor de voortdurende beroepsopleiding;
4° een ander bewijsmiddel, waarvan de bewijswaarde volgt uit internationale verplichtingen.) <W 2003-05-11/39, art. 3, 007; Inwerkingtreding : 01-07-2003>

Art. 5. § 1. Elke KMO, natuurlijke persoon of rechtspersoon die een beroepsactiviteit uitoefent waarvoor de beroepsbekwaamheid is vastgesteld, moet bewijzen over deze beroepsbekwaamheid te beschikken.
§ 2. Aan de in § 1 bedoelde verplichting is voldaan als het bewijs van de beroepsbekwaamheid geleverd wordt door het zelfstandig ondernemingshoofd, door zijn echtgenoot (of de wettelijk samenwonende,) of door de partner met wie hij minstens (zes maanden) samenwoont of door de natuurlijke persoon die daarin de dagelijkse technische leiding van de onderneming of van de beroepsactiviteit waarvoor beroepsbekwaamheid is vastgesteld, daadwerkelijk uitoefent. Dit bewijs van samenwonen (blijkt uit het Rijksregister van de natuurlijke personen, opgericht bij wet van 8 augustus 1983). <W 2003-05-11/39, art. 4, 007; Ed : 01-07-2003>
Als de betrokken beroepsactiviteit wordt uitgeoefend door een rechtspersoon, kan het bewijs van beroepsbekwaamheid geleverd worden door de natuurlijke persoon die daarin de dagelijkse technische leiding van de onderneming of van de beroepsactiviteit waarvoor beroepsbekwaamheid is vastgesteld, daadwerkelijk uitoefent.
Wanneer de onderneming meer dan één gereglementeerde activiteit uitoefent, kunnen verschillende personen voldoen aan de eisen inzake beroepsbekwaamheid eigen aan ieder van deze activiteiten.
(§ 3. Het bewijs van de beroepsbekwaamheid, zowel intersectoraal als sectoraal, wordt geleverd door één van de volgende elementen :
1° één van de akten die daartoe door de Koning worden aangewezen;
2° een voldoende praktijkervaring onder de door de Koning vastgestelde voorwaarden;
3° een ander bewijsmiddel, waarvan de bewijswaarde volgt uit internationale verplichtingen.) <W 2003-05-11/39, art. 4, 007; Inwerkingtreding : 01-07-2003>

Art. 10. <W 2003-05-11/39, art. 6, 007; Inwerkingtreding : 01-07-2003> De volgende personen worden vrijgesteld van bewijs van ondernemersvaardigheden :
1° de overlevende echtgenoot, de wettelijk samenwonende of de overlevende partner als meewerkende echtgenoot onderworpen aan het sociaal statuut der zelfstandigen geregeld bij het koninklijk besluit nr. 38 van 27 juli 1967, hetzij in een eerste fase tot 1 januari 2006 enkel op basis van de verplichte regeling voor ziekte- en invaliditeitsverzekering, sector der uitkeringen en uitgevoerd bij het koninklijk besluit van 13 januari 2003 tot wijziging van het koninklijk besluit van 20 juli 1971 houdende instelling van een verzekering tegen arbeidsongeschiktheid ten voordele van de zelfstandigen, hetzij tot 1 januari 2006 op vrijwillige basis en vanaf dezelfde datum op verplichte basis aan het volledige statuut der zelfstandigen en die de beroepsactiviteit voortzet van een ondernemingshoofd dat zelf voldeed aan de gestelde eisen of er definitief van vrijgesteld was;
2° de vennootschap die aan de gestelde eisen voldeed in hoofde van een overleden zaakvoerder of orgaan, wanneer diens overlevende echtgenoot, de wettelijk samenwonende of diens overlevende partner zaakvoerder of orgaan is geworden van de vennootschap. Gaat het om een partner, andere dan echtgenoot of wettelijk samenwonende, dan moet uit het Rijksregister van de natuurlijke personen, opgericht bij wet van 8 augustus 1983, een samenwonen blijken van minstens zes maanden.
Art. 11. § 1. (De volgende personen worden voorlopig vrijgesteld van het bewijs van ondernemersvaardigheden ) <W 2003-01-16/34, art. 78, 006; Inwerkingtreding : 01-07-2003>
1° de overnemers van een onderneming gedurende een jaar volgend op deze overdracht;
2° de kinderen van een overleden ondernemingshoofd dat zelf voldeed aan de gestelde eisen of er definitief van vrijgesteld was, gedurende drie jaar volgend op dit overlijden; indien het om minderjarige kinderen gaat, bedraagt de termijn drie jaar vanaf hun meerderjarigheid. Wanneer een van deze gerechtigden overlijdt voor het ondernemingshoofd zullen zijn kinderen aanspraak kunnen maken op dezelfde rechten en dezelfde termijnen.
§ 2. (Als de natuurlijke persoon, die overeenkomstig de artikelen 4, § 2, en/of 5, § 2, het bewijs levert van de basiskennis van het bedrijfsbeheer en/of van de beroeps bekwaamheid, de onderneming verlaat, beschikt de onderneming over zes maanden om opnieuw te voldoen aan de vereisten bepaald in de artikelen 4, § 1, en/of 5, § 1.) <W 2003-01-16/34, art. 78, 006; Inwerkingtreding : 01-07-2003>
Art. 3. In artikel 4 van dezelfde wet worden de volgende wijzigingen aangebracht :
1° § 1, tweede lid, wordt vervangen als volgt :
" De Koning kan, bij een besluit vastgesteld na overleg in de Ministerraad en na advies van de Hoge Raad voor de Zelfstandigen en de Kleine en Middelgrote Ondernemingen, bepalen dat de bepaling van het eerste lid niet van toepassing is op de uitoefening van de beroepsactiviteiten die Hij aanwijst. In afwijking van het eerste lid, wordt elke K.M.O., natuurlijke of rechtspersoon, tijdelijk vrijgesteld van het voorleggen van het bewijs van de basiskennis van het <bedrijfsbeheer> wanneer zij zich onderwerpt aan een begeleiding in <bedrijfsbeheer>, georganiseerd door een erkende privé- of publieke begeleidingsstructuur die werd erkend, hetzij door het Participatiefonds, hetzij door de overheden die bevoegd zijn voor steun bij het oprichten van een onderneming, hetzij door de Koning in uitvoering van deze wet. De duur van deze vrijstelling is beperkt tot de duur van de vereiste ervaring om te voldoen aan § 3, 2°, van dit artikel. Na deze periode wordt de praktijkervaring bedoeld in § 3, 2°, van artikel, als volbracht beschouwd.
In geval van erkenning van de in het vorige lid bedoelde structuur door het Participatiefonds of door de overheden die bevoegd zijn voor steun bij het oprichten van een onderneming, bepaalt de Koning bij in Ministerraad overlegd besluit de duur, de minimale inhoud van de begeleiding in <bedrijfsbeheer> en de wijze waarop die wordt bevestigd. Wanneer de Koning zelf de erkenning geeft, bepaalt hij voorafgaandelijk ook de erkenningsvoorwaarden, de erkenningsprocedure, het verloop van de begeleidingsstructuur en het toezicht erop. ";
2° in § 1, derde lid, vervalt het woord " evenwel ";
3° in § 2, eerste lid, worden de woorden " de in § 1 bedoelde verplichting " vervangen door de woorden " de in § 1, eerste lid, bedoelde verplichting ";
4° in § 2, eerste lid, worden de woorden " of de wettelijk samenwonende, " ingevoegd tussen het woord " echtgenoot " en de woorden " of door de partner ";
5° in § 2, eerste lid, worden de woorden " drie jaar " vervangen door de woorden " zes maanden ";
6° in § 2, eerste lid, worden de woorden " wordt geleverd door een uittreksel uit de bevolkingsregisters ", vervangen door de woorden " blijkt uit het Rijksregister van de natuurlijke personen, opgericht bij wet van 8 augustus 1983 ";
7° § 3 wordt vervangen als volgt :
" § 3. Het bewijs van de basiskennis van het <bedrijfsbeheer> wordt geleverd door één van de volgende elementen :
1° één van de akten die daartoe door de Koning worden aangewezen;
2° een voldoende praktijkervaring onder de door de Koning vastgestelde voorwaarden;
3° een gelijkwaardige akte van bekwaamheid, uitgereikt door de gefederaliseerde overheden die bevoegd zijn voor de voortdurende beroepsopleiding;
4° een ander bewijsmiddel, waarvan de bewijswaarde volgt uit internationale verplichtingen. "

Art. 4. In artikel 5 van dezelfde wet worden de volgende wijzigingen aangebracht :
1° in § 2, eerste lid, worden de woorden " of de wettelijk samenwonende, " ingevoegd tussen het woord " echtgenoot " en de woorden " of door de partner ";
2° in § 2, eerste lid, worden de woorden " drie jaar " vervangen door de woorden " zes maanden ";
3° in § 2, eerste lid, tweede volzin, worden de woorden " wordt geleverd door een uittreksel uit de bevolkingsregisters ", vervangen door de woorden " blijkt uit het Rijksregister van de natuurlijke personen, opgericht bij wet van 8 augustus 1983 ";
4° § 3 wordt vervangen als volgt :
" § 3. Het bewijs van de beroepsbekwaamheid, zowel intersectoraal als sectoraal, wordt geleverd door één van de volgende elementen :
1° één van de akten die daartoe door de Koning worden aangewezen;
2° een voldoende praktijkervaring onder de door de Koning vastgestelde voorwaarden;
3° een ander bewijsmiddel, waarvan de bewijswaarde volgt uit internationale verplichtingen. "

Art. 6. Artikel 10 van dezelfde wet wordt vervangen door de volgende bepaling :
" Art. 10. De volgende personen worden vrijgesteld van bewijs van ondernemersvaardigheden :
1° de overlevende echtgenoot, de wettelijk samenwonende of de overlevende partner als meewerkende echtgenoot onderworpen aan het sociaal statuut der zelfstandigen geregeld bij het koninklijk besluit nr. 38 van 27 juli 1967, hetzij in een eerste fase tot 1 januari 2006 enkel op basis van de verplichte regeling voor ziekte- en invaliditeitsverzekering, sector der uitkeringen en uitgevoerd bij het koninklijk besluit van 13 januari 2003 tot wijziging van het koninklijk besluit van 20 juli 1971 houdende instelling van een verzekering tegen arbeidsongeschiktheid ten voordele van de zelfstandigen, hetzij tot 1 januari 2006 op vrijwillige basis en vanaf dezelfde datum op verplichte basis aan het volledige statuut der zelfstandigen en die de beroepsactiviteit voortzet van een ondernemingshoofd dat zelf voldeed aan de gestelde eisen of er definitief van vrijgesteld was;
2° de vennootschap die aan de gestelde eisen voldeed in hoofde van een overleden zaakvoerder of orgaan, wanneer diens overlevende echtgenoot, de wettelijk samenwonende of diens overlevende partner zaakvoerder of orgaan is geworden van de vennootschap. Gaat het om een partner, andere dan echtgenoot of wettelijk samenwonende, dan moet uit het Rijksregister van de natuurlijke personen, opgericht bij wet van 8 augustus 1983, een samenwonen blijken van minstens zes maanden. "
In geval van inbreuk:
Art. 14. Wanneer een inbreuk op de bepalingen van dit hoofdstuk is vastgesteld, kan de met toepassing van artikel 15, § 1, aangewezen ambtenaar een waarschuwing richten tot de overtreder waarbij die tot stopzetting van deze handeling wordt aangemaand.
De waarschuwing wordt de overtreder ter kennis gebracht binnen een termijn van drie weken volgend op de vaststelling van de feiten, bij een ter post aangetekende brief met ontvangstmelding of door de overhandiging van een afschrift van het proces-verbaal waarin de feiten zijn vastgesteld.
De waarschuwing vermeldt :
1° de ten laste gelegde feiten en de geschonden wetsbepaling of -bepalingen;
2° de termijn waarbinnen zij dienen te worden stopgezet;
3° dat, indien aan de waarschuwing geen gevolg wordt gegeven, de met toepassing van artikel 15, § 1 aangewezen ambtenaren, of de met toepassing van artikel 16, § 3 aangewezen ambtenaren respectievelijk de procureur des Konings kunnen inlichten of het voorstel bedoeld in artikel 16, § 3, kunnen doen.

Art. 16. § 1. (Met een geldboete van 250 tot 10.000 euro wordt gestraft ieder die zonder te beschikken over de basiskennis van het bedrijfsbeheer en/of de beroepsbekwaamheid een beroepsactiviteit uitoefent waarvan de uitoefening overeenkomstig dit hoofdstuk is geregeld.) <W 2003-01-16/34, art. 80, 006; Inwerkingtreding : 01-07-2003>
In reactie op het bericht van bartvdv:
Eigenlijk kan iedereen als zaakvoerder worden aangesteld. Zelfs een juridisch onbekwaam persoon. Dus ook iemand die niet beschikt over voldoende kennis van bedrijfsbeheer.
Ik ga er voor het gemak even van uit dat Franciscus bedoelt, de ondernemer zelf. In ieder geval dient er iemand binnen het bedrijf over een attest bedrijfsbeheer te beschikken (behalve bij de vrije beroepen).

Re: Zaakvoerder

Geplaatst: 22 feb 2011 09:23
door bartvdv
Het volstaat het diploma van de derde graad van het secundair onderwijs (6e jaar - 18 jaar oud) te hebben behaald. En dat zal toch bijna iedereen zijn, zeker, vermits er leerplicht geldt tot 18 jaar.

Re: Zaakvoerder

Geplaatst: 22 feb 2011 09:45
door Franciscus
Klopt maar zaakvoerder heeft het niet en er is niemand anders .... en er zijn problemen.
Blijkt familiezaak te zijn en men wil de zaak rechttrekken zonder naar de rechtbank te moeten dus...
gezien niet in orde bent u geen zaakvoerder meer of zo...
Dit is maar een deel van het probleem oa de aandelenverhouding is niet in voordeel van andere vennoot.

Re: Zaakvoerder

Geplaatst: 22 feb 2011 11:57
door EvilFreD
Ik kan u vertellen dat er mensen zijn zonder diploma 3e°sec.ond. Tenzij mijn Ned. diploma gelijk gesteld kan worden, ik bijvoorbeeld :)
Vóór 1983 was het overigens 16 jaar, en daarvoor nog jonger. Genoeg ouderen dus die geen bedrijfsbeheer hebben.

Re: Zaakvoerder

Geplaatst: 28 feb 2011 12:07
door digits
Het volstaat het diploma van de derde graad van het secundair onderwijs (6e jaar - 18 jaar oud) te hebben behaald. En dat zal toch bijna iedereen zijn, zeker, vermits er leerplicht geldt tot 18 jaar.
Klopt niet altijd !

Voor mij was dit niet genoeg, blijkbaar geldt dit enkel voor "oude" diploma's. De grenswaarde weet ik niet, maar dit is dus zeker niet zomaar altijd in orde. Mijn universitair diploma werd enkel jaren later dan wel weer aanvaard, hoewel ik hoe dan ook niets bijgeleerd heb op dat vlak :roll: Logica.

Re: Zaakvoerder

Geplaatst: 28 feb 2011 12:11
door Franciscus
ASO einddiploma telt wel.
Niet voor een vestigingsvergunning dan moet men nog specifiek geslaagd zijn voor het vestigingsattest.
Probleem is dat de zaakvoerder MET het attest bedrijfsbeheer uit de zaak zal stappen en de zaakvoerder zonder als enige overblijft en dat kan/mag niet volgens mij.
Dus mijn vraag blijft ... kan die zaakvoerder in dat geval dan wel aanblijven.