CASUS:
Er was een verhuring van een handelspand, betreffende 9 jaar deze werd na afloop hernieuwd voor 9 jaar. Voor afloop willen de huurders een advocaat raadplegen wat ze moeten doen om de handelshuur terug te hernieuwen, hij zegt dat de huurders tussen de 18e en de 15e maand voor afloop van de huurovereenkomst een brief moeten schrijven naar de verhuurders. De huurders stellen zelf de brief op en sturen hem dan terug door naar de advocaat die zijn goedkeuring geeft, de advocaat beperkte zijn toezicht tot de juistheid van de periode waarin deze brief moest worden verstuurd. Vervolgens sturen de huurders de 16e maand voor de afloop van de overeenkomst de aangetekende brief naar de verhuurders, de 13e maand krijgen ze respons van de verhuurder, die meedeelden dat de lopende overeenkomst van handelshuur een einde zal nemen gezien het geen rechtsgeldige aanvraag tot hernieuwing was geformuleerd. De huurders hadden nagelaten te vermelden dat de verhuurders geacht zouden worden met de hernieuwing van de huur onder de voorgestelde voorwaarden in te stemmen, indien zij niet op dezelfde wijze 3 maanden kennis gaven, ofwel van hun met redenen omklede weigering van hernieuwing overeenkomstig art 14 lid 1 van de handelshuurwet. Het pand moest dus opnieuw ter beschikking worden gesteld. Nu klagen de huurders de advocaat aan gezien hij niet gedaan heeft wat de huurders van hem verwachtten. De huurders wensen nu schadevergoeding te verkrijgen voor het verlies dat zij hebben geleden door de gedwongen verhuis van hun handelszaak.
Op welke argumenten zouden de huurders zich het best steunen om hun eis tot schadevergoeding goed te kunnen motiveren?
alvast bedankt
Eline