#12 , 22 apr 2011 11:48
Het probleem met weekendhuisjes is en permanente vestiging is:
Het Koninklijk Besluit betreffende het bevolkingsregister en het vreemdelingenregister van 16 juli 1992 legt aan de gemeenten nog steeds de verplichting op personen in te schrijven doch er is een periode van "voorlopige inschrijving" voorzien tijdens welke de gemeente juridische stappen kan ondernemen tegen eventueel onrechtmatige inschrijvingen.
Dus eigenlijk mag je er wel je domicilie aanvragen, en mag de gemeente dit niet weigeren.
En anderzijds is hier het zogenaamde "mini-decreet" van 28 juni 1984; verschenen in het Belgisch Staatsblad van 30 augustus 1984 van toepassing - waardoor je een misdrijf begaat tegen de ruimtelijke ordening - je wijzigt immers de bestemming van recreatie zone, naar woonzone, door er permanent te gaan wonen.
Waarom ik de vraag zou weigeren:
1) de reeds aangehaalde redenen ivm eventuele schuldeisers van de vriend die plots bij mij komen aankloppen
2) ik moet de wet overtreden, want het koninklijk besluit ivm de hoofdverblijfplaats stelt dat de hoofdverblijfplaats is waar iemand werkelijk woont. (zie art 16 paragraaf 1). de tijdelijke uitzonderingsregels ivm afwezigheid ivm toerisme etc zijn niet van toepassing, omdat de vriend eigenlijk nooit deel van mijn gezin uitmaakt en permanent in de recreatiezone woont.
3) iemand die op mijn adres gedomicilieerd is mag zich toegang verschaffen tot mijn woning.
4) stel dat de vriendschap eindigt, dan ga ik moeite hebben/moeten doen mijn voormalige vriend te laten schrappen van mijn adres.
5) alle officiele post komt op mijn adres terecht (belastingaanslagen, eventuele boetes,....)
19 JULI 1991. - Wet betreffende de bevolkingsregisters en de identiteitskaarten en tot wijziging van de wet van 8 augustus 1983 tot regeling van een Rijksregister van de natuurlijke personen.
Art. 16. § 1. De bepaling van de hoofdverblijfplaats is gebaseerd op een feitelijke situatie, dat wil zeggen de vaststelling van een effectief verblijf in een gemeente gedurende het grootste deel van het jaar.
Deze vaststelling gebeurt op basis van verschillende elementen, met name de plaats waarheen de betrokkene gaat na zijn beroepsbezigheden, de plaats waar de kinderen naar school gaan, de arbeidsplaats, het energieverbruik en de telefoonkosten, het gewone verblijf van de echtgenoot of van andere leden van het huishouden.