Van die commentaar van demoor begrijp ik ook niets.
De bank heeft geen belang bij éénder welke beslissing. Zij kan en moet de huurwaarborg terugbetalen ofwel volgens het onderling akkoord tussen huurder en verhuurder ofwel volgens een gerechterlijke beslissing. Het onderling akkoord kan gaan van alles voor de huurder tot alles voor de verhuurder , met elke andere verdeling daartussenin mogelijk. De bank voer slechts uit wat anderen beslissen. Zij zijn toch geen eigenaar van de huurwaarborg.
Ik kan er hoger wel wat de draak mee steken, maar ergens kan ik toch een beetje (een beetje dus) de redenering volgen : als de bank geen partij is in de hele zaak, en haar kliënt - de huurder- zou haar verwijten dat zij de huurwaarborg aan een ander - de verhuurder- heeft doorgestort, riskeert de bank misschien een heel klein beetje dat haar eigen kliënt - huurder- van haar die sommen terugvordert?
Dan blijft er m.i. voor de verhuurder maar één oplossing, nl bij het betekenen van het vonnis aan de huurder, meteen beslag laten leggen bij de bank op de huurwaarborg. Correct?