“Art.18.1. Iedere burger van de Unie heeft het recht vrij op het grondgebied van de lid-Staten te reizen en te
verblijven, onder voorbehoud van de beperkingen en voorwaarden die bij dit Verdrag en de bepalingen ter uitvoering daarvan zijn vastgesteld...”(25 MAART 1957. - Verdrag tot oprichting van de Europese Gemeenschap en de bijgevoegde akten).
“Art.65.De verplichting van
in België te verblijven is niet vereist vanwege de Belgische onderdanen...De gerechtigde op prestaties die het Rijk verlaat is verplicht binnen de maand van zijn vertrek,de Minister die de pensioenen onder zijn bevoegdheid heeft daarvan in te lichten en de voorziene duur van zijn verplaatsing te vermelden, alsook, indien deze langer is dan één maand, de reden ervan.De Minister die de pensioenen onder zijn bevoegdheid heeft kan de gerechtigde op prestaties waarin bij het koninklijk besluit nr 50 en bij de wet van 20 juli 1990 en bij het koninklijk besluit van 23 december 1996 is voorzien, toelating verlenen tot een verblijf in het buitenland voor een periode langer dan één maand, wanneer bijzondere omstandigheden een verblijf van zulke duur wettigen.(21 DECEMBER 1967. _ Koninklijk besluit tot vaststelling van het algemeen reglement betreffende het rust- en overlevingspensioen voor werknemers).
“Art.7.§ 1. Iedereen die zijn hoofdverblijfplaats wil vestigen in een gemeente van het Rijk of deze wil overbrengen naar een andere gemeente van het Rijk moet dit aangeven aan het gemeentebestuur van de gemeente waar hij zich komt vestigen.Als de hoofdverblijfplaats overgebracht wordt binnen dezelfde gemeente of naar het
buitenland gebeurt de aangifte in de gemeente waar de persoon ingeschreven is.”(16 JULI 1992. - Koninklijk besluit betreffende de bevolkingsregisters en het vreemdelingenregister).
Ga volledigheidshalve naar (Belgische wetgeving) onder Belgisch Staatsblad in
http://just.fgov.be .Klik voor WetBOEKEN in de balk achter ’Juridische aard’ op het omgekeerd driehoekje uiterst rechts.