#5 , 09 jun 2011 16:42
Het wordt nog al eens vlug uitgesproken dat een tak21-verzekering een levensverzekering is. Meestal gaat het om beleggingsprodukten!
Behoren verzekerde kapitalen al dan niet tot de nalatenschap?
Aanleiding: Prejudiciële vraag van het Hof van Beroep te Gent:
"Beleggingsverzekeringen" al dan niet inbrengen in de nalatenschap?
Het Hof van Beroep te Gent vroeg aan het Grondwettelijk Hof of de reservataire erfgenamen al dan niet een vordering tot inkorting kunnen instellen.
In paragraaf B.6.4 van het arrest van 26 juni 2008 schrijft het Grondwettelijke Hof het volgende:
“Sommige verzekeringsproducten zijn echte financiële beleggingsinstrumenten geworden waarbij aanzienlijke spaartegoeden worden gemobiliseerd, met als gevolg dat het voorbehouden gedeelte dat krachtens de wet op de reservataire erfgenamen dient te worden gewaarborgd, ernstig kan worden aangetast.”
Commentaar:
Sparen, beleggen, en verzekeren zijn taalkundig, economisch, financieel en juridisch onderscheiden verrichtingen. Voor elk van deze activiteiten gelden specifieke regels.
Een levensverzekering voorziet in de eventuele uitkering van een verzekerd kapitaal, ofwel bij leven op de vervaldag, ofwel bij overlijden vóór de vervaldag. De hoogte van dit verzekerd kapitaal ligt vanaf de eerste dag vast (forfait).
De verzekering bij leven keert het verzekerd kapitaal uit in het geval dat de verzekerde op de vervaldag in leven is (ook genoemd uitgesteld kapitaal).
De verzekering bij overlijden keert het verzekerd kapitaal uit in het geval dat de verzekerde vóór de vervaldag overlijdt (ook genoemd overlijdensdekking).
Als in de polis beide verzekeringen voorzien zijn, geeft slechts één van de twee verzekeringen aanleiding tot de uitkering van het verzekerd kapitaal: ofwel is de verzekerde nog in leven op de vervaldag en wordt aan de begunstigde het uitgesteld kapitaal uitgekeerd (de verzekering bij overlijden heeft dan geen uitwerking); ofwel overlijdt de verzekerde vóór de vervaldag en wordt aan de begunstigde de overlijdensdekking uitbetaald (de verzekering bij leven heeft dan geen uitwerking).
Levensverzekeringen mogen alleen door levensverzekeraars aangeboden worden.
Ter nakoming van hun verbintenissen tegenover de begunstigden, i.c. de eventuele uitkering van het verzekerd kapitaal, dienen verzekeraars dekkingswaarden aan te houden. Ter verduidelijking: het zijn niet deze dekkingswaarden die aan de begunstigden uitgekeerd worden, maar wel het verzekerd kapitaal, dit is het vooraf overeengekomen vast bedrag (“forfait”).
Levensverzekeraars, en zij alleen, mogen levensverzekeringen verkopen.
In bijlage een kort antwoord over de vraag of verzekerde kapitalen al dan niet deel uitmaken van de nalatenschap van de erflater/verzekeringnemer. En bedenkingen bij ongeoorloofde constructies zoals de zogenaamde “spaarverzekeringen” en “beleggingsverzekeringen” zonder verzekerd kapitaal.
Tegoeden op spaar-, termijn- en effectenrekeningen vallen in de nalatenschap.
De spaarder is eigenaar van zijn spaargeld.
Als de spaarder overlijdt, valt het spaargeld in de nalatenschap van de erflater.
De belegger is eigenaar van zijn obligaties en/of aandelen. Als de belegger overlijdt, vallen de obligaties en/of aandelen in de nalatenschap van de erflater .De belegger, die deelbewijzen van een beleggingsfonds koopt, is eigenaar van die deelbewijzen. Als de belegger overlijdt, vallen de deelbewijzen in de nalatenschap van de erflater.
Zelfs in het geval dat de belegger opdracht geeft aan een vermogensbeheerder om (een deel van) zijn vermogen te beheren, blijft de belegger eigenaar van het belegd vermogen.
Als de belegger overlijdt, stopt het beheerscontract, en valt dit vermogen in de nalatenschap van de erflater.
Samengevat:
De tegoeden op de spaar-, termijn-, en effectenrekeningen zijn eigendom van de titularis van de rekening, en vallen bij overlijden in de nalatenschap van de erflater.
In het geval van schenking van dergelijke tegoeden vóór het overlijden, dienen zij ingebracht te worden in de nalatenschap, en eventueel ingekort in de mate dat het geschonkene groter is dan het beschikbaar deel van de erflater.
Verzekerde kapitalen van levensverzekeringen vallen buiten de nalatenschap.
Een levensverzekering voorziet in de uitkering van een verzekerd kapitaal door de verzekeraar aan de begunstigde ofwel bij leven van de verzekerde op de vervaldag, ofwel bij overlijden van de verzekerde vóór de vervaldag. Dit verzekerd kapitaal is vooraf door de verzekeringnemer en de verzekeraar overeengekomen en ligt vanaf de eerste dag vast (“montant forfaitaire”).
De verzekeringnemer koopt een levensverzekering mits betaling van de premie(s).
De verzekeraar keert het verzekerd kapitaal uit aan de begunstigde ofwel op de vervaldag, als de verzekerde dan nog in leven is, ofwel vóór de vervaldag, op de dag dat de verzekerde overlijdt.
De premie wordt betaald met gelden van de verzekeringnemer, het verzekerd kapitaal wordt uitgekeerd met gelden van de verzekeraar.
Bij een levensverzekering verandert er tweemaal geld van eigenaar:
- Een eerste maal bij de premiebetaling, waarbij de verzekeringnemer zijn geld overhandigt aan de verzekeraar, die de premie in zijn activa inlijft;
- Een tweede maal bij de uitkering van het verzekerd kapitaal, waarbij de verzekeraar zijn geld (i.c. het verzekerd kapitaal) overhandigt aan de begunstigde.
Bij de premiebetaling(en) wordt de verzekeringnemer armer, de verzekeraar rijker.
Bij de uitkering van het verzekerd kapitaal wordt de verzekeraar armer, de begunstigde rijker.
Meestal zijn de verzekeringnemer en de verzekerde één en dezelfde persoon.
De verzekeringnemer vermindert tijdens zijn leven zijn vermogen door de premie(s) voor de levensverzekering te betalen. Hij overhandigt deze premie(s) aan de verzekeraar. Deze som maakt derhalve geen deel uit van de nalatenschap van de overleden verzekeringnemer/verzekerde.
Als de verzekerde (tevens verzekeringnemer) van de polis sterft, keert de verzekeraar het verzekerd kapitaal uit aan de begunstigde, die hierdoor zijn vermogen ziet aangroeien. Dit kapitaal maakt derhalve geen deel uit van de nalatenschap van de overleden verzekeringnemer/verzekerde (behalve als de verzekeringnemer, de verzekerde en de begunstigde één en dezelfde persoon zouden zijn).
Samengevat:
Het “verzekerd kapitaal” dat door de verzekeraar uitgekeerd wordt aan de begunstigde(n), is eigendom van de verzekeraar, en niet van de overledene. Bijgevolg maakt dit verzekerd kapitaal geen deel uit van de nalatenschap.
Enkel in het geval dat de betaalde premies kennelijk buiten verhouding staan tot de vermogenstoestand van de verzekeringnemer, voorziet de wet dat zij dienen ingebracht/ingekort te worden, evenwel beperkt tot de opeisbare prestatie
Premies betaald voor “spaar- of beleggingsverzekeringen” zonder verzekerd kapitaal, dienen teruggegeven aan de nalatenschap.
Als in de zogenaamde “spaarverzekering” of “beleggingsverzekering” geen vooraf overeengekomen verzekerd kapitaal voorzien is, is er geen levensverzekeringsovereenkomst tot stand gekomen.
De uitkering van het “spaartegoed” is in feite een spaaractiviteit.
De uitkering van de “inventariswaarde van het beleggingsfonds” is in feite een beleggingsactiviteit.
Een polis zonder verzekerd kapitaal kan niet als een spaarrekening of een effectenrekening gekwalificeerd worden. Bij een polis is de verzekeraar eigenaar van de hem overhandigde gelden, terwijl bij spaar-, termijn en effectenrekeningen de titularis de eigenaar is van de spaartegoeden, de obligaties en de aandelen. Overigens heeft een verzekeraar geen vergunning om dergelijke rekeningen voor derden aan te houden (van openbare orde).
Een polis zonder verzekerd kapitaal kan ook niet als een contract van vermogensbeheer gekwalificeerd worden, want de verzekeraar heeft hiertoe geen vergunning (van openbare orde).
Kwalificatie van de betaling van de “premie” als de aankoop van deelbewijzen in een fonds van de verzekeraar is uitgesloten, want de verzekeraar heeft geen vergunning als Instelling voor Collectieve Beleggingen (van openbare orde). Interne fondsen van verzekeraars staan bij het CBFA trouwens niet geregistreerd als beleggingsfonds (eveneens van openbare orde).
De polis zonder verzekerd kapitaal is geen levensverzekering. Dergelijke polis kan geen gevolg hebben, wegens ongeoorloofde oorzaak in hoofde van de verzekeraar, en is derhalve volstrekt nietig. De verzekeraar dient de onverschuldigd ontvangen bedragen terug te geven aan de verzekeringnemer. Bij overlijden van de verzekeringnemer dient de verzekeraar het onverschuldigd ontvangen bedrag terug te geven aan de rechtsopvolger(s), gewoonlijk de wettige erfgenamen, zodat dit bedrag in de nalatenschap van de erflater terechtkomt.
Andere benadering via de nietigheid van de clausule over de begunstiging (het derdenbeding):
“De begunstigde heeft door het enkele feit van zijn aanwijzing recht op de verzekeringsprestaties.”