“Art.1730. partijen zijn verplicht een omstandige plaatsbeschrijving op te stellen, op tegenspraak en voor gezamenlijke rekening. Deze plaatsbeschrijving wordt opgesteld ofwel tijdens de periode dat de ruimtes onbewoond zijn, ofwel tijdens de eerste maand van bewoning...Art.1731.§ 1. Indien geen omstandige plaatsbeschrijving is opgemaakt, wordt vermoed dat de huurder het gehuurde goed ontvangen heeft in dezelfde staat als waarin het zich bevindt op het einde van de huurovereenkomst, behoudens tegenbewijs, dat door alle middelen kan worden geleverd.§ 2. Indien tussen verhuurder en huurder een omstandige plaatsbeschrijving is opgemaakt, moet de huurder het goed teruggeven zoals hij het, volgens die beschrijving, ontvangen heeft, met uitzondering van hetgeen door ouderdom of overmacht is teniet gegaan of beschadigd.”(Burgerlijk Wetboek).
Indien de uitgaande huurder wel een ingaande plaatsbeschrijving ondertekende dan dient uit vergelijking hiervan met het nazicht bij einde huur te blijken dat er bijkomende schade was,namelijk een lekkende chauffage.
Indien de nieuwe huurder een ingaande plaatsbeschrijving ondertekende dan diende daarin vermeld dat er een lekkende chauffage was.